Een beetje geschiedenis
De leegstand boven winkels is historisch gegroeid. Vroeger waren handelaars vaak eigenaar van het volledige pand en woonden ze zelf boven hun winkel. Een aparte ingang voor de woning was toen geen must. In de jaren vijftig, met de aanleg van de Noord-Zuidverbinding, verlieten veel inwoners het stadscentrum. Ook de handel evolueerde: van de verkoop van ambachtelijke producten naar die van gestandaardiseerde producten. Winkeliers woonden niet langer boven hun winkels. De ruimtes boven de handelszaken werden kantoren of kregen een opslagfunctie. In sommige gevallen kozen eigenaars er ook voor om de gescheiden ingang weg te nemen ten voordele van extra winkel- en vitrineruimte. Deze ingreep werd vaak toegepast in de Nieuwstraat. Tot enkele jaren geleden vond je er bijgevolg bijna uitsluitend handelszaken met leegstaande verdiepingen.Waarom strijdt de Stad Brussel tegen leegstand?
Het bevolkingsaantal van Brussel blijft toenemen en het woonpotentieel boven handelszaken is enorm. Daarenboven komt ‘wonen boven winkels’ de leefbaarheid van handelswijken ten goede. De Nieuwstraat bijvoorbeeld loopt na de sluitingsuren letterlijk en figuurlijk leeg, waardoor er minder sociale controle is en het onveiligheidsgevoel toeneemt. Door woningen toe te voegen is er leven op elk ogenblik van de dag. Door in te zetten op de woonfunctie in handelsstraten, versterkt de Stad het sociale weefsel en de stedelijke mix. Bovendien zorgt het vaak ook voor een opwaardering van historisch erfgoed.Welke middelen zet de Stad Brussel in?
Ontmoedigen via belastingen: belasten van leegstaande, verlaten of verwaarloosde gebouwen. De bedragen staan in verhouding tot de oppervlakte van het gebouw en worden progressief geïnd.Stimuleren via premies: om eigenaars en uitbaters aan te moedigen om de verdiepingen boven de handelszaken te renoveren, kent de Stad Brussel jaarlijks een premie toe van maximaal 15.000 euro per aanvraag voor het creëren van een aparte ingang.
De leegstandstaks van de Stad Brussel is een zeer doeltreffend instrument om leegstand en verwaarlozing van gebouwen tegen te gaan. In het specifieke geval van leegstaande verdiepingen boven winkels stellen we echter vast dat er niet altijd een probleem is van slechte wil, maar eerder van een gebrek aan financiële middelen en knowhow. De omvang en de kosten van de uit te voeren werken schrikken eigenaars of uitbaters af. Ze voeren de werken niet uit of verhalen de kosten met een te hoge huur.
Enkele voorbeelden
Omdat elk pand haar architecturale eigenheid heeft en de creatie van een aparte ingang onderworpen is aan een stedenbouwkundige vergunning, begeleidt de Brusselse administratie elke aanvraag om ervoor te zorgen dat de ingreep goed geïntegreerd is in het gebouw.In sommige gevallen wordt een afzonderlijke toegang aan de straatkant mogelijk gemaakt, zoals bijvoorbeeld op de Grasmarkt Straat 36.
In andere gevallen is een afzonderlijke toegang aan de straatgevel niet mogelijk. Dan worden alternatieve opties bekeken zoals een ingang vanaf een zijstraat of de binnenplaats, zoals bijvoorbeeld op de Grasmarkt Straat 60-62. De achtergevel werd structureel aangepast op het gelijkvloers en het huis werd volledig gerenoveerd met daarbovenop de creatie van een aparte ingang vanaf de Sint-Petronillegang.
Meer informatie over hoe een premie aan te vragen vindt u op de website van de stad Brussel: www.brussel.be/premie-gescheiden-toegang.