6 tips voor het kopen van een tweede verblijf

Een tweede woning kopen is populair. Er zijn een paar aandachtspunten waarmee je zeker rekening moet houden. Een tweede verblijf brengt kosten met zich mee: brandverzekering, onderhoudskosten, verwarming, elektriciteit, internetaansluiting,… Koop je een appartement? Hou dan rekening met de onderhoudskosten voor de lift, de inkomhal en de tuin. Deze staan doorgaans beschreven in de basisakte. Bij een tweede woning in een vakantiepark moet je aandacht hebben voor de parkkosten, die kunnen oplopen van € 3000 tot € 5000 per jaar. Deze kosten zijn afhankelijk van de faciliteiten die het park biedt en de grootte van het huis in het park.

Breng de renovatiekosten in kaart

Koop je een bestaand pand? Dan moet je de renovatiekosten inschatten. Hou er aan de kust rekening mee dat appartementen op de zeedijk het hard te verduren krijgen door het zout en dat het onderhoud duurder wordt. Deze appartementen worden doorgaans sneller gerenoveerd aangezien ze tot het hogere marktsegment behoren. Het is goed om de verslagen van de algemene vergadering van de voorbije 3 jaar te raadplegen. Hierin lees je welke werken er gepland staan en of er provisies in het reservefonds zijn voorzien.

Hou rekening met de belasting op een tweede woning

In de meeste steden en gemeentes betaal je belasting op je tweede verblijf. Het tarief verschilt van gemeente tot gemeente dus het is aangewezen om je goed te informeren. Aan zee gelden soms hogere tarieven voor woningen op de zeedijk of betaal je minder voor een studio. Sommige mensen met een tweede verblijf aan zee verplaatsen hun domicilie naar de kust om de tweedeverblijfstaks te ontlopen. Maar veel badsteden voeren hier strenge controles op uit. Naast de gemeentelijke belasting op een tweede verblijf kan er ook een provinciale taks geheven worden. Ook een forfaitaire milieubelasting behoort tot de mogelijkheden. Hou met al deze zaken dus zeker rekening.

Geen korting op onroerende voorheffing

Voor je tweede verblijf ontvang je, net als voor je woning waar je je domicilie hebt, jaarlijks een aanslagbiljet voor de onroerende voorheffing. Hiervoor gelden echter geen verminderingen voor kinderen ten laste, gehandicapte personen of een bescheiden woning.

Verplichte aangifte van je tweede verblijf

Het is verplicht om het kadastraal inkomen van je tweede verblijf aan te geven in je jaarlijkse belastingaangifte, zelfs als je het niet verhuurt. Je betaalt belastingen op het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40 procent. Als je je tweede verblijf gemeubeld verhuurt, wordt de verhuur van de meubelen belast wordt als een roerend inkomen. Hierop betaal je 30% belasting. Als je de huurprijs niet opsplitst in roerend en onroerend inkomen, gaat de fiscus ervan uit dat 40 % van de huurprijs slaat op de meubelen. Op dat deel is er een forfaitaire kostenaftrek van 50%.

Schat de mogelijke meerwaarde realistisch in

Als je je tweede verblijf verhuurt, kan je er op korte termijn rendement uit halen. Op lange termijn ligt de meerwaarde bij de verkoop. Of het mogelijk is om met winst te verkopen is afhankelijk van een aantal factoren. De voornaamste is de ligging: voor een toplocatie zijn kopers doorgaans bereid om een meerprijs te betalen.