Aantal leerlingen bouwonderwijs in Vlaanderen gestegen

In Vlaanderen neemt het aantal jongeren dat kiest voor een bouwopleiding weer licht toe, een trend die al enkele jaren zichtbaar is. Tijdens het schooljaar 2022-2023 volgden 11.410 jongeren bouwonderwijs in de tweede en derde graad van het middelbaar onderwijs, een lichte stijging die al drie jaar aanhoudt. In het schooljaar 2023-2024 telde de derde graad van het bouwonderwijs 7.312 leerlingen, wat een toename van 5% betekent ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze stijging brengt het aantal leerlingen in de derde graad terug op het niveau van vijf jaar geleden, wat hoopvol nieuws is voor de sector.


Niko Demeester, CEO van Embuild, benadrukt dat de bouwsector tal van aantrekkelijke carrièremogelijkheden biedt, variërend van metser en elektricien tot ingenieur en tekenaar. "De sector biedt stabiele en goedbetaalde banen, met de kans om onze omgeving mee vorm te geven. Innovatie, verduurzaming en technologische vernieuwing maken een carrière in de bouw extra aantrekkelijk. Het is aan ons om deze troeven duidelijk te maken aan het grote publiek, zodat meer ouders hun kinderen aanmoedigen om een bouwopleiding te volgen," aldus Demeester.

Ook Bouwunie ziet positieve ontwikkelingen, maar blijft voorzichtig. Jean-Pierre Waeytens, topman van Bouwunie, juicht de toename van het aantal leerlingen toe en benadrukt het belang van onderwijs als instroomkanaal voor de bouwsector. "Het is bemoedigend om te zien dat het aantal studenten in de derde graad weer groeit. Het onderwijs blijft een cruciale bron van nieuwe werknemers voor onze sector," zegt Waeytens. Bovendien merkt hij op dat het aantal vrouwelijke studenten in bouwopleidingen licht is gestegen, al blijft hun aandeel met 4,9% nog beperkt.

Om de bouwsector aantrekkelijker te maken voor jongeren, ondersteunen zowel Embuild als Bouwunie verschillende initiatieven. Embuild steunt de tienjarige imagocampagne van Constructiv, "De Bouw Kijkt Verder", die jongeren via festivals, sociale media en zelfs games bewust maakt van de mogelijkheden in de bouwsector. Daarnaast lanceerde Embuild Vlaanderen het project Toekomstbouwers, waarbij professionals uit de bouw leerlingen in de eerste graad van het middelbaar onderwijs laten kennismaken met bouwberoepen door hen mee te nemen naar bedrijven, ateliers of werven.

Bouwunie wijst op het succes van de Bouwschoolaward en benadrukt dat dergelijke inspanningen nodig blijven om jongeren te motiveren voor een carrière in de bouw. Waeytens uit echter zorgen over het voortbestaan van het 7e specialisatiejaar door de modernisering van het onderwijs, waarbij leerlingen nu al na de derde graad hun diploma ontvangen. Dit zou kunnen leiden tot een afname van gespecialiseerde opleidingen, zoals dakwerker en schilder-decorateur, die cruciaal zijn voor de sector.

Daarnaast pleit Bouwunie voor een grotere focus op duaal leren, waarbij studenten meer praktijkervaring opdoen en beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt. Waeytens stelt dat scholen hierdoor niet langer hoeven te investeren in de meest actuele infrastructuur, wat efficiënter gebruik van middelen mogelijk maakt.

Ten slotte benadrukken zowel Embuild als Bouwunie de noodzaak om bouwopleidingen beter te concentreren per provincie of regio, zodat middelen efficiënter worden ingezet en het bouwonderwijs aantrekkelijker wordt voor jongeren. Met deze gecombineerde inspanningen hopen beide organisaties het aantal jongeren dat kiest voor een bouwopleiding verder te verhogen en zo de vele openstaande vacatures in de bouwsector te helpen invullen.