In 2012 besliste de regering- Di Rupo om een hogere belasting te heffen op het wonen in een woning die eigendom is van een vennootschap. Het gaat hierbij om het beruchte ‘voordeel alle aard’ op een woning, een maatregel die al jaren tot fel protest leidt. Bedrijfsleiders betaalden plots een pak meer belastingen. En het deed de markt van luxevastgoed dan ook geen deugd.
Een neveneffect van deze maatregel was namelijk dat dit bij bedrijfsleiders voor een duidelijke daling van de koopkracht zorgde - met ook prijsdalingen in de vastgoedmarkt tot gevolg. In plaats dat de woningen werden aangekocht met de vennootschap, werd men bijna verplicht om dit privé te doen. Dit betekent dat de middelen eerst uit de vennootschap moesten worden onttrokken met alle belastingen die dit met zich meebrengt.
De regering-Di Rupo maakte wel een verschil tussen een bedrijfsleider die zijn woning als natuurlijk persoon aan een werknemer ter beschikking stelde en een bedrijfsleider die zijn woning via zijn vennootschap ter beschikking stelde. Die laatste betaalde de voorbije jaren bijna vier keer meer belastingen. Intussen heeft het hof van beroep in Gent en in Antwerpen echter geoordeeld dat er sprake is van discriminatie. Het kan niet dat fiscus twee verschillende systemen hanteert voor het belasten van een woning die iemand ter beschikking wordt gesteld door zijn werkgever.
Om die rechtsonzekerheid weg te werken, beslist minister Van Overtveldt om dat onderscheid ongedaan te maken. Met andere woorden: enkele tienduizenden Belgen die een woning ter beschikking krijgen van hun werkgever krijgen een belastingverlaging.