Nieuwbouw

Alternatieven voor lintbebouwing krijgen onvoldoende kansen

Alternatieven voor lintbebouwing krijgen onvoldoende kansen
Foto: Google
Verschillende media hebben afgelopen week gemeld dat bijna de helft van de hoofdgebouwen die de afgelopen vijf jaar in Vlaanderen zijn gebouwd, buiten de kern liggen, wat resulteert in lint- en verspreide bebouwing. Dit roept de vraag op of we niet meer zouden moeten inzetten op verdichting, inbreiding of alternatieve woonvormen. Bouwunie geeft aan dat deze mogelijkheden er wel zijn, maar dat ze onvoldoende benut worden.

"Er is zeker potentieel om het woningaanbod te vergroten door bijvoorbeeld verdichting en inbreiding, of door alternatieve woonvormen zoals het opsplitsen van woningen of cohousing," aldus Jean-Pierre Weaytens, topman van Bouwunie. Toch worden bouwbedrijven geconfronteerd met te strenge en trage vergunningsprocedures, evenals frequente beroepsprocedures, vaak ingegeven door emotionele bezwaren en het NIMBY-syndroom (Not-in-my-backyard). Naast deze bureaucratische hindernissen, blijkt uit een studie van de Vlaamse Bouwagenda uit 2023 dat de kosten voor dergelijke projecten vaak hoger uitvallen.

Bouwunie pleit ervoor om RUP's en verordeningen op alle niveaus maximaal op elkaar af te stemmen en om als stad of gemeente een duidelijke verdichtingsvisie uit te werken. "Zodat inbreiding- en verwevingsprojecten alle kansen krijgen om effectief uitgerold te worden en niet zoals vandaag beperkt blijven tot theorie", besluit Waeytens.

De Vlaamse Bouwagenda, een samenwerkingsverband tussen het departement Omgeving en organisaties uit de bouw- en vastgoedsector, waaronder Bouwunie, voerde een onderzoek uit naar de kosten van verdichtingsprojecten in vergelijking met nieuwbouw op onbebouwde gronden buiten de kernen, de zogeheten greenfieldprojecten. Uit deze analyse bleek dat verdichtingsprojecten tot 25% duurder zijn dan greenfieldontwikkelingen.

De hogere kosten worden deels veroorzaakt door langere procedures en de noodzaak van extra studies, zoals stabiliteitsonderzoeken, archeologisch onderzoek en mobiliteitsstudies. In stedelijke of gemeentelijke kernen spelen bovendien meer directe betrokkenen, zoals buurtbewoners, een rol. Zij kunnen bezwaar indienen, waardoor de procedures langer duren en de kosten verder oplopen. Verdichtingsprojecten brengen daardoor vaak meer complexiteit en kosten met zich mee dan nieuwbouw op locaties verder van de kern.