De bazen maken zich grote zorgen
De prijzenconcurrentie is de grootste zorg bij één baas op twee. Openbare aanbestedingen die voornamelijk toegewezen worden aan de goedkoopste aannemers zetten de aannemers ertoe aan een beroep te doen op gedetacheerde medewerkers waardoor een sterke prijzenconcurrentie ontstaat. Door deze concurrentie kunnen de grote aannemers geen werkkrachten meer aanwerven. Even ter herinnering, de gemiddelde loonkost per uur voor een arbeider die onderworpen is aan de Belgische sociale bijdragen bedraagt 36 euro per uur ten opzichte van 25 euro voor een arbeider van buiten de eurozone. Dit is een verschil van 30% dat nefast is voor de hele sector en de Belgische economie. We hebben in de bouwsector dus te maken met een echten overloop van de banen van de grote aannemers naar die aannemers die een beroep doen op gedetacheerde werknemers (+25%).De Belgische openbare infrastructuren zijn het slachtoffer van een gebrek aan investering
De waarde van de infrastructuren van een land is een belangrijke welvaartsindicator. Welnu, in België bleken verschillende openbare gebouwen onlangs bijzonder slecht onderhouden. Bij gebrek aan middelen kunnen de overheden de belabberde staat van tunnels, bruggen en steenwegen alleen maar vaststellen. Van 2010 tot 2014 kenden de infrastructuurwerken immers een daling van 32%.De Brusselse tunnels, grotendeels gebouwd in de jaren 50, hebben een levensduur van zo’n honderd jaar op voorwaarde dat ze regelmatig onderhouden worden. De overheden hebben deze onderhouds- en reparatiewerken onderschat en zelfs verwaarloosd. Er werd een meerjarenbudget van 1 miljard vrijgemaakt om de Brusselse tunnels te renoveren, maar dit programma zal bijna 15 jaar in beslag nemen. De renovatiewerken aan de Leopold II-tunnel zullen bijvoorbeeld niet van start gaan voor 2018.
Hetzelfde stellen we vast in scholen die heel slecht onderhouden worden en waarin niet geïnvesteerd wordt. 26% van de Belgische scholen is meer dan een eeuw oud, 70% is ouder dan 45 jaar en de huidige scholen zijn niet meer in staat om plaats te bieden aan alle kinderen. Er zou ongeveer 2 miljard euro vrijgemaakt moeten worden om alle schoolprojecten in afwachting te verwezenlijken, maar er wordt elk jaar slechts 60 miljoen vrijgemaakt.
De vakmensen binnen de burgerlijke bouwsector betreuren de situatie en reiken heel wat oplossingen aan om een dergelijke vaststelling een halt toe te roepen: de invoering van een systematisch onderhoudsbeleid, publieke-private partnerships, de privatisering en ook de integratie van de onderhoudskosten in de lastenboeken.
37% van de bazen van de bouwbedrijven beweert zich zorgen te maken over het gebrek aan visie en openbare investeringen dat de aannemers van grote bouwwerken schade berokkent. De vele uitgestelde werven en de spreidingen van prioritaire werven zoals het GEN of de tram in Luik wegen ook zwaar door.
“In België bestaat er geen langetermijnvisie voor de infrastructuren en dit gaat ten koste van de netwerken (spoor, wegen, waterwegen), de economische ontwikkeling, de tewerkstelling en de burgers. Een belasting invoeren op de autosnelwegen is een goede zaak, maar ik hoop dat het geld van deze belastingen dan ook gebruikt wordt voor het onderhoud van het wegennet en niet om de gaten in de sociale-verzekeringskassen te vullen, bijvoorbeeld”, zo verduidelijkt Marc Peeters, voorzitter van de VBA en afgevaardigd bestuurder van BAM België.
Binnen deze context besloot de bouwsector om een sensibiliseringscampagne te lanceren rond het thema “De toekomst die beloof je niet, die bouw je".