Hypotheek versneld aflossen is niet altijd nodig
Bij de verkoop van een rechtspersoon gaan activa en passiva in principe over. Dat geldt ook voor het vastgoed en eventuele hypothecaire leningen die daaraan verbonden zijn. Dan is het versneld aflossen van de hypotheek in principe niet nodig.Maar ga je je bedrijf verkopen en gaat het om een eenmanszaak, zal je bij de verkoop wel de hypotheek versneld moeten aflossen. En ook indien het vastgoed zich in een aparte vastgoedvennootschap bevindt, is het soms interessant om de inkomsten te gebruiken om versneld de hypotheek af te lossen. Zeker indien de huurinkomsten onvoldoende zijn om de maandelijkse afbetaling terug te betalen.
Vervroegd aflossen hypothecair krediet is toegestaan
Je bankier zal je misschien wel proberen op andere gedachten te brengen, maar het is wel degelijk toegestaan om je hypothecair krediet vervroegd af te lossen. In principe kan dat op elk moment, maar de meeste overeenkomsten hebben dat recht wel beperkt tot het wettelijk minimum. Hierdoor kan je een keer per jaar vervroegd het hypothecair krediet aflossen. Indien je meteen 10% of meer aflost, mag dat echter wel op elk moment.Wederbeleggingsvergoeding bij vervroegd aflossen hypothecair krediet
De bank mag een vervroegde (gehele of gedeeltelijke) aflossing niet weigeren. Wel mag de bank daarvoor kosten in rekening brengen. Dat is niet wettelijk verplicht, maar bij de meeste banken staat dat natuurlijk netjes in hun voorwaarden vermeld. We spreken dan van een zogenaamde wederbeleggingsvergoeding. Die wederbeleggingsvergoeding is het bedrag van drie maanden interest op het vereffend bedrag.Stel bijvoorbeeld dat de hypotheeklening op het bedrijfspand nog een openstaand kapitaal had van 250.000 euro aan een JKP van 2,5%. Wanneer je dat bedrag nu vervroegd aflost, moet je 1/4de van het JKP op het afgelost kapitaal betalen. Dit omdat de wederbeleggingsvergoeding betrekking heeft op 3 maanden interest en het JKP natuurlijk op 12 maanden. In de praktijk bedraagt de wederbeleggingsvergoeding dus 0,625% van 250.000 euro, oftewel 1.562,50 euro. Naast de wederbeleggingsvergoeding mag de bank overigens ook dossierkosten in rekening brengen. Ook dat loopt al snel op tot enkele honderden euro’s, ongeacht het terugbetaalde bedrag.