De voorbije jaren richten heel wat kustgemeenten voor hun inkomsten vooral hun pijlen op de tweede verblijven aan de Kust. Vandaag zijn er dat zo’n 105.000. Onderzoek van Westtoer illustreerde enkele weken terug het economisch belang van die 105.000 tweede verblijven. In totaal spenderen de tweede verblijvers jaarlijks 1,1 miljard euro aan de Kust. De kustgemeenten kunnen er dus alleen maar wel bij varen om tweede verblijvers aan te trekken.
Maar: in heel wat kustgemeenten stijgen de belastingtarieven op tweede verblijven jaar na jaar, waardoor ook de inkomsten logischerwijs sterk toenemen. Deze hoge belastingen dreigen de tweede verblijvers weg te jagen, terwijl de kustgemeenten deze groep net zouden moeten koesteren, stelt CIB Vlaanderen. Als sectorvertegenwoordiger voor de toeristische verhuurkantoren dringt CIB Vlaanderen aan op een gematigder fiscaal beleid ten opzichte van de tweede verblijvers, om de Kust zo voldoende aantrekkelijk te houden.
Inkomsten op tien jaar tijd verdubbeld
Wanneer we de provinciehoofdstad Brugge buiten beschouwing laten, blijkt dat sinds 2006 de inkomsten uit de belastingen op tweede verblijven aan de Kust met 87% zijn gestegen. Een schril contrast met de opbrengsten uit de aanvullende personenbelasting die ‘maar’ met 16,5% zijn toegenomen. Tussen 2006 en 2015 brachten de belastingen op tweede verblijven zo 31 miljoen euro extra in het laatje, goed voor bijna een verdubbeling op tien jaar tijd. De aanvullende personenbelasting leverde iets meer dan 4 miljoen euro extra op. De eigen inwoners worden dus ontzien en de lasten komen bij de tweede verblijvers te liggen.De opbrengsten van de gemeentelijke belastingen op tweede verblijven vertegenwoordigen ca. 21% van de totale inkomsten van de kustgemeenten. Het aandeel van de aanvullende personenbelasting is ca. 10%. Uiteraard zien we hier wel wat verschillen tussen de kustgemeenten onderling. In De Panne, Knokke-Heist en Koksijde wordt traditioneel geen aanvullende personenbelasting geheven, waardoor een groter percentage van de inkomsten gehaald moet worden bij de tweede verblijvers (tot 29% in Koksijde). Nieuwpoort spant echter de kroon: hier spruit 36% van de totale belastingopbrengst voort uit de belasting op tweede verblijven.