De bouwbarometer stijgt in juni en klimt met 96,8 indexpunten wat dichter naar de gezonde grens van 100,0.
26% van de Vlaamse bouwkmo’s heeft nu meer werk dan in maart. 25% heeft minder om handen. In het vorige kwartaal had 21% meer en 38% minder werk. Dit betekent dus een verbetering van het werkvolume. De verwachtingen voor de eerstvolgende periode zijn iets beter. 26% verwacht een toename van het werkvolume. 23% verwacht minder opdrachten. In maart was dit beduidend slechter, met respectievelijk 13% en 41%.
Het orderboekje van de bouwbedrijven is op middellange termijn (tot het einde van het jaar) iets beter gevuld dan in het vorige kwartaal maar zit uiteraard nog niet op het normale, pre-crisis, niveau.
De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, zijn volgens 28% van de bouwbedrijven gedaald. 30% verwacht een verslechtering van de prijzen in de komende maanden. Nog altijd maar 52% van de bedrijven geeft aan dat de huidige prijzen winstgevend zijn. 2% werkt verlieslatend.
Ondertussen kampt de bouw nog altijd met een hoog aantal slechte betalers (40% spreekt van een toename, wat minder goed is dan de 37% van de vorige keer) en 43% ervaart meer, en dan vooral oneerlijke, concurrentie (wat meteen de prijsdruk verklaart).
De werkgelegenheid in de bouwsector blijft ondertussen beter op peil nadat die in het begin van het jaar serieus onder druk stond. Toen meldde 18% van de Vlaamse bouwbedrijven dat ze werknemers hadden ontslagen. Nu geeft 13% aan dat ze met minder krachten werken. 6% heeft in de voorbije weken aangeworven. 14% plant aanwervingen terwijl de grote meerderheid zijn personeelsbestand op peil hoopt te houden.
Ondertussen scoort de tevredenheid van de bouwbedrijven met de economie in het algemeen nog niet echt om over naar huis te schrijven. 50% van de Vlaamse bouwbedrijfsleiders schat deze somber in. Het vertrouwen in het eigen bedrijf dat in het vorige kwartaal een serieuze deuk kreeg, neemt een beetje toe. Vorige keer was 76% van de bouwondernemers tevreden. Dat is nu 80%.
