- 75 procent van de bouwbedrijven ziet de groei pas echt terugkeren binnen twee tot vijf jaar, Europese bedrijven nemen de meest afwachtende houding aan
- Volgens 66 procent van de ondervraagden zijn de infrastructuurplannen van de overheid de voornaamste hefboom voor groei in de bouwsector
- Op korte termijn overheerst de voorzichtigheid in de bouwsector, op langere termijn richten bouwondernemingen hun pijlen ook op de energiesector
Uit de Global Construction Survey van KPMG blijkt dat de ondervraagde bouwbedrijven een langzame terugkeer van de groei in de sector verwachten. 54 procent noteerde dit jaar een stijging van de orders met minstens 5 procent, vorig jaar was dat nog 46 procent. Bovendien verwachten vier op de vijf ondernemingen een stabilisering of een lichte toename van hun winstmarges.
“De meeste bouwbedrijven verwachten een langzame heropleving”, zegt Koen Maerevoet, Partner bij KPMG Belgium. “75 procent denkt dat de groei pas echt zal terugkeren binnen twee tot vijf jaar. In Europa zijn de bouwbedrijven duidelijk nog een beetje voorzichtiger dan in de Verenigde Staten, waar de bouwbedrijven de heropleving in de sector al sneller verwachten. De Europese ondernemingen nemen een eerder afwachtende houding aan.”
Twee derde van de bouwondernemingen ziet de groei in de sector in de eerste plaats komen van de grote infrastructuurwerken die de overheid opstart. Andere belangrijke factoren om de groei in de bouwsector weer aan te zwengelen, zijn de mondiale economische groei (42 procent), de demografische evolutie (38 procent) en de verstedelijking (37 procent). Die verstedelijking zorgt niet alleen voor de bouw van de nieuwe infrastructuur (woningen, wegen, bruggen,…), maar ook voor nieuwe openbare voorzieningen (scholen, ziekenhuizen,…).
De bouwbedrijven die KPMG bevroeg, verwachten veel van de infrastructuurplannen van de overheid, maar zijn zich ook bewust van de risico’s. Bijna drie vierde van de ondernemingen (72 procent) beschouwt de begrotingstekorten en de beperkte publieke middelen als de grootste obstakels voor groei in de bouwsector. Opvallend is dat het geloof in Publiek Private Samenwerking fors slinkt bij de bouwbedrijven, zeker in Europa. Slechts 22 procent van de bouwbedrijven ziet die PPS-constructies als een belangrijke factor in de toekomstige heropleving van de sector.
Op korte termijn overheerst de voorzichtigheid in de bouwsector. 78 procent van de ondervraagde ondernemingen wil in de eerste plaats groeien door zich te focussen op de activiteiten en de markten die ze kennen en waar ze reeds actief zijn. In een economisch klimaat dat ze nog steeds als onstabiel beschouwen, heeft bijna vier vijfde voorlopig geen zin in nieuwe avonturen.
Op de iets langere termijn denkt bijna de helft van de ondernemingen eraan om zich in een nieuwe geografische markt te positioneren, zonder zich aan nieuwe activiteiten te wagen. De groeimogelijkheden in nieuwe markten liggen volgens de bouwbedrijven vooral in Afrika. Een kleine helft van de bedrijven overweegt om zijn activiteiten meer te diversifiëren.
"Vooral in de energiesector zit muziek”, aldus Koen Maerevoet. “De ontwikkeling van hernieuwbare energie zal zich de komende jaren ongetwijfeld voortzetten. Daarnaast zien we ook de opkomst van niet-conventionele grondstoffen, de potentiële ontginning van schaliegas op kop. Nieuwe technologieën zullen die vormen van energiewinning alleen maar aan belang doen winnen, en ook bouwbedrijven willen op die kar springen. Naast energie denken bouwbedrijven die nog niet in die sectoren actief zijn er ook aan om hun activiteiten te verleggen naar water, spoorwegen en wegeninfrastructuur.”