Bouwsector lijdt onder voortdurende prijsstijgingen

De Tijd bloklettert dat de inflatie haar hoogste peil in drie jaar bereikt. Oorzaak van deze stijging zijn de dure olieproducten. Maar bouwondernemingen lijden niet alleen onder de sterke prijsstijging van de brandstoffen. Aannemers zien zich ook geconfronteerd met prijsstijgingen van andere producten en materialen. Zo is de problematiek van de sterke staalprijsstijging nog brandend actueel. Ook isolatieplaten zijn in prijs gestegen, en verdere prijsstijgingen zijn al aangekondigd. En het blijft niet enkel bij deze producten. Onder impuls van deze evolutie, stijgen de prijzen van andere materialen mee, hoewel de economische relevantie ervan in twijfel kan getrokken worden. Voor de aannemers is deze evolutie niet zonder gevolgen. Zij worden meer en meer geconfronteerd met leveranciers die, tegen de contractuele afspraken in, de prijsstijgingen doorrekenen. De Bouwunie adviseert de aannemers daarom alert te zijn en opgedrongen prijsverhogingen te weigeren. Daarnaast kunnen aannemers de meerprijs vaak niet of onvoldoende doorrekenen aan hun eigen klanten. De BOUWUNIE ziet heil in een algemene omzendbrief waarin de overheid het ernstig nadeel van belangrijke prijsstijgingen erkent. Het algemene karakter van de omzendbrief moet vermijden dat de overheid telkens opnieuw, bij elke bijzondere prijsstijging van een bepaald product, een omzendbrief moet treffen. Verder wijst de BOUWUNIE de aannemers op het belang van prijsherzieningsformules in hun offertes.

Voor de maand oktober is het indexcijfer van de consumptieprijzen sterk gestegen. Specialisten stellen dat de inflatie het hoogste peil sinds januari 2002 bereikt. Volgens de federale Overheidsdienst Economie is deze stijging van het indexcijfer in grote mate te wijten aan de sterke prijsstijgingen van de brandstoffen. Aannemers worden geconfronteerd met stijgende vervoerskosten. Meer en meer leveranciers rekenen een zogenaamde ‘dieseltoeslag’ voor het vervoer van materialen. Maar het probleem beperkt zich niet enkel tot de prijsstijging van de brandstoffen. Aannemers zien ook de prijzen van talrijke andere producten en materialen, zoals staal en polystyreen, snel stijgen. De isolatieplaten, die al eerder prijsstijgingen van 10 à 15% ondergingen, worden binnenkort opnieuw in prijs verhoogd, vermoedelijk weerom met 10%.

Voor de aannemers is deze evolutie niet zonder gevolgen. Zij worden meer en meer geconfronteerd met leveranciers die, tegen de contractuele afspraken in, de prijsstijgingen doorrekenen. De BOUWUNIE, de bij Unizo aangesloten Unie voor het KMO-bouwbedrijf, adviseert de aannemers om alert te zijn voor opgedrongen prijsverhogingen en aan te dringen om de contracten te respecteren. Al is dit laatste niet altijd even gemakkelijk wanneer de leverancier de economisch sterkere partij is. Daarnaast kunnen aannemers de meerprijs vaak niet of onvoldoende doorrekenen aan hun eigen klanten. In het beste geval kunnen zij gebruik maken van een prijsherzieningsformule. Maar wanneer een bepaalde post onvoldoende tot uiting komt in de korf van de materiaalprijzen waarop die prijsherzieningsformule gestoeld is, wordt de prijsstijging onvoldoende opgevangen. In het ergste geval is er zelfs helemaal geen prijsherziening mogelijk. De BOUWUNIE ziet heil in een algemene omzendbrief waarin de overheid de belangrijke prijsstijgingen van producten erkent als ernstig nadeel in de zin van art. 16 §2 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden. Dat artikel stelt dat de aannemer op basis van overmacht –in casu een onverwachte en sterke prijsstijging- een schadevergoeding kan vragen. Het algemene karakter van de omzendbrief vermijdt dat de overheid telkens opnieuw, bij elke bijzondere prijsstijging van een bepaald product, een omzendbrief moet treffen. Verder adviseert BOUWUNIE de aannemers om prijsherzieningsformules in de offertes en de contracten op te nemen.