Eén m² bebouwen in Vlaanderen, een resem beperkingen en voorschriften
De beschikbare ruimte voor bouwprojecten is sinds jaar en dag beperkt. Intussen worden de percelen die in aanmerking komen voor traditionele verkavelingen steeds kleiner. De resterende ruimte voor wonen ligt vaak in verdichte kernen of op minder toegankelijke bouwgronden. Dit heeft tot gevolg dat er nogal wat gebruiksbeperkingen of aandachtspunten rijzen. Het gaat om wettelijke beperkingen zoals recht van voorverkoop; vogelrichtlijngebieden; habitatrichtlijngebieden; beschermde landschappen; stads- en dorpsgezichten; overstroombare gebieden, biologische waardering enz. Maar ook tal van andere richtlijnen rond bodemonderzoek; onroerend erfgoed & archeologienota; de bosreferentielaag; gewenste agrarische structuur; grondverschuiving; natuurinrichtingsprojecten; VEN/VON gebieden; ramsargebieden; risicozones voor overstromingen enz.De complexiteit en administratieve opvolging die gepaard gaat met zulke projecten, maken de expertise van specialisten noodzakelijk. Daarnaast zien we in heel Vlaanderen – niet het minst in de kleinere gemeenten – de opgang van flatgebouwen. In mindere mate zet zich dit ook door in Wallonië. De combinatie van die stijgende complexiteit en de trend naar projecten met meerdere woonentiteiten maakt dat eerder gespecialiseerde (bouw)bedrijven het project van meet af aan in handen hebben.
Marc Dillen, directeur-generaal VCB : “De laatste twintig jaar is het aandeel van appartementen in afgeleverde vergunningen exponentieel toegenomen. Terwijl dit midden de jaren 90 36 % bedroeg van de nieuwe woongelegenheden, is dit intussen opgelopen tot 64 %. Daarbij zien we dat de stijging het sterkst is in de kleinere gemeenten. Projecten van dergelijke omvang zijn doorgaans in handen van professionals. In de toekomst lijkt de trend zich nog te gaan doorzetten als gevolg van het streven naar ruimtelijk rendement gesitueerd in kernen.”