De trend is al een tijd gaande. Het hele voorbije jaar zijn de prijzen van bouwmaterialen blijven stijgen. Vooral hout, staal en isolatiematerialen zijn flink duurder geworden. Materialen maken ongeveer een derde uit van de totale bouwkost, afhankelijk van het bouwtype. Logisch gevolg is dan ook dat het ganse bouwproces daardoor duurder wordt. Het internationale onderzoek van Arcadis bevestigt de tendens. De bouwkosten in België zijn gestegen met 5,2 procent en daarmee ligt de stijging in lijn met andere Europese landen. Londen en Genève zijn de duurste plekken om te bouwen, in Athene en Istanboel liggen de kosten het laagst. Wereldwijd staat Brussel op de 45ste plaats, dat is lager dan de 32ste plaats een jaar eerder. Dat betekent niet dat Brussel goedkoper is geworden, wel dat vooral Britse en Amerikaanse steden nog veel duurder zijn geworden en heel wat plaatsen zijn gestegen in de ranking.
“De Belgische bouwmarkt leefde op in 2021. Volgens gegevens van Eurostat groeide de productie met 7 procent. De sector heeft wel een prijs betaald voor het herstel. De beperkte toegang tot bouwmaterialen, zoals staal en hout, heeft voor veel vertragingen gezorgd. Hoewel deze materialen nu gemakkelijker verkrijgbaar zijn, zijn de prijzen nog steeds hoog. Veel projecten concentreren zich nu op het herstel van het programma en het minimaliseren van verdere budgetoverschrijdingen. Sommigen werken nu met grote verliezen door de gewijzigde markt en prijs en beschikbaarheid van materialen. Bij bestaande projecten worden de aannemers blootgesteld aan hogere kosten dan de waarde van contractueel vastgestelde inflatiecorrecties. Bedrijven herzien daarom veel lopende contracten en zoeken in nieuwe overeenkomsten manieren om de risico’s te spreiden, bijvoorbeeld door samenwerkingen.”
Rik Menten, Director Buildings Arcadis België
Specifieke materialen voor energiezuinig bouwen
Arcadis, marktleider in bouwkostenbeheer, verwacht niet dat de bouwkosten de komende tijd zullen dalen. De impact van de hogere energieprijzen zal voelbaar blijven. In de productie van staal en cement zijn de energiekosten goed voor 38 procent van de totale productiekosten. Zowel producenten als klanten zullen dit jaar rekening moeten houden met onzekerheden over de prijs van energie. Sinds het begin van het conflict in Oekraïne zijn de groothandelsprijzen van gas en stroom al verdubbeld. Analisten wagen zich voorlopig niet aan voorspellingen over de toekomstige evolutie.Naast de hevige inflatie wachten de sector nog wel meer uitdagingen die een impact hebben op de totale bouwkost. De effecten van de oorlog in Oekraïne zijn nog niet duidelijk. Maar dat de energieprijzen hoog zullen blijven en dat de aanvoer van bepaalde materialen onder druk staat, staat buiten kijf.
Speelt ook mee in de prijsstijging: de verplichting sinds januari 2021 om enkel nog bijna-energieneutraal te bouwen. Net als de klimaatdoelstellingen, die bouwheren dwingen af te stappen van fossiele brandstoffen en op zoek te gaan naar groene, hoogtechnologische en vaak duurdere productieprocessen. Tegen 2030 moet er 55 procent minder CO2-uitstoot zijn.
“De bouw heeft het afgelopen jaar bewezen zeer robuust te zijn door zich steevast aan de moeilijkste omstandigheden aan te passen. Ook nu zal de sector erin slagen met slimme ingrepen en de juiste expertise meer te doen met minder materialen. Toenemende investeringen in digitale oplossingen en moderne bouwmethoden kunnen zowel de efficiëntie verbeteren als de duurzaamheid. Hoewel de naderende marktomstandigheden op het eerste gezicht ongunstig klinken, zijn wij van mening dat deze uitdagingen onze industrie meer dan ooit een kans bieden om innovatie en digitalisering te bevorderen en een mentaliteit te creëren van meer doen met minder. Op die manier kunnen we onze eigen impact op het milieu, de gebruikte grondstoffen en dus ook de kosten verminderen.”
Rik Menten, Director Buildings Arcadis België
De Arcadis International Construction Costs Index vergelijkt elk jaar honderd wereldsteden uit alle zes continenten op het vlak van bouwkosten. Om de vergelijking te kunnen maken tussen de steden zijn de kosten geïndexeerd, waarbij Amsterdam geldt als 100. Naast de vergelijking tussen de steden levert het rapport ook wereldwijde inzichten in de bouwmarkt op en aanbevelingen voor marktpartijen.
