De sector maakt zich zorgen. De hogere btw op verwarmingsketels dreigt investeringen in modernere systemen te vertragen, waardoor verouderde, inefficiënte ketels langer in gebruik blijven. Bovendien is overstappen naar duurzame alternatieven zoals warmtepompen voor veel huishoudens nog geen haalbare kaart.
Wat valt onder de btw-verhoging?
De nieuwe maatregel geldt enkel voor de verbrandingsketel zelf en enkele bijbehorende elementen. Concreet zijn de volgende onderdelen onderworpen aan het verhoogde btw-tarief:- het plaatsen en afbreken van de ketel
- rookgasafvoersystemen
- aanvoer van fossiele brandstof
- bevestigingsmateriaal
Niet onder de verhoogde btw vallen onder andere:
- vloerverwarming
- radiatoren
- hydraulische leidingen
- thermostaten
- klimaatregelingssystemen
- onderhoud en periodieke controle
Installateurs en gezinnen uiten bezorgdheid
De installatiesector vreest dat de maatregel zijn doel voorbijschiet. De hogere kostprijs kan gezinnen ertoe aanzetten hun oude ketel langer te behouden, met als gevolg dat het rendement laag blijft en CO₂-uitstoot onnodig hoog. Tegelijkertijd is de overstap naar een warmtepomp niet voor iedereen evident, door onder andere:- de hoge elektriciteitsprijs
- lange wachttijden voor netversterking, vooral op het platteland
- gebrek aan duidelijkheid over de beloofde btw-verlaging op warmtepompen
Zonder concrete maatregelen om warmtepompen betaalbaarder en toegankelijker te maken, vreest de sector dat de energietransitie stilvalt in plaats van versnelt.
Impact op lopende werven en installatiesector
De timing van de maatregel zorgt voor extra druk. Veel projecten hebben een uitvoeringstermijn van zes maanden of meer. Zonder overgangsregeling kunnen aannemers en klanten te maken krijgen met een golf aan bestellingen net voor 1 juli 2025, gevolgd door een terugval in vraag. De sector pleit ervoor om werven waarvoor vóór die datum een bindende overeenkomst is gesloten, alsnog onder het oude tarief te laten vallen.Bovendien kampt de installatiesector al met arbeidskrapte, stijgende materiaalprijzen en economische onzekerheid. De combinatie van deze factoren kan leiden tot ernstige planningsproblemen en vertragingen bij leveringen en installaties.