Uit een marktanalyse van Herbé, waarin ook diverse vakstudies en inventarissen grondig zijn bestudeerd, blijkt dat sinds de jaren ’70 zo al één op de tien erfgoedgebouwen tegen de vlakte ging. De provincies Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant steken ver boven het Vlaamse gemiddelde uit met één op de vijf gesloopte erfgoedgebouwen. De provincie West-Vlaanderen, waar de inventaris van bouwkundig erfgoed niet teruggaat tot de jaren ’70, is op papier het meest gevrijwaard van afbraak.
Nochtans is de Vlaming erg gehecht aan lokaal erfgoed - en dus beducht voor de sloophamer. Uit een recente bevraging van het Agentschap Onroerend Erfgoed blijkt dat twee op de drie Vlamingen graag wil mee beslissen over de toekomst van erfgoed in hun buurt. De helft van de Vlamingen vindt het bovendien de verantwoordelijkheid van de overheid om leegstand aan te pakken en het erfgoed in stand te houden. Maar dat enthousiasme van de Vlaming tegenover erfgoed staat in schril contrast met de toestand waarin ons bouwkundig erfgoed zich bevindt. Daarvan zijn vandaag zo’n 13.000 gebouwen, of één op de drie, in matige tot zeer slechte staat, zo stellen de experten van Herbé vast.
Meerwaarde
Herbé ziet dat heel wat eigenaars van gebouwen in matige tot slechte staat steeds meer vragen om de status van beschermd gebouw of vastgesteld bouwkundig erfgoedgebouw op te heffen. Dankzij zo’n declassering mogen ze het gebouw dan slopen, of met minder strikte regels verbouwen. Volgens de erfgoedexpert bewandelen eigenaars nu al bewust de piste van verloedering om te laten declasseren. Vaak zijn de erfgoedgebouwen op schitterende locaties gelegen, waardoor de druk op de Dienst Stedenbouw en het schepencollege om ruimte vrij te maken alleen maar zal groeien.Nochtans zijn declassering en sloop helemaal niet nodig en hebben ze negatieve bijwerkingen, zoals minder toeristen, waardedaling van omliggende gebouwen en het verdwijnen van een iconisch dorps- of stadsgezicht waar veel inwoners waarde aan hechten. Het merendeel van de gebouwen in bedenkelijke staat kan volgens de experten echter een rendabele herbestemming krijgen, zonder afbreuk te doen aan de erfgoedwaarde van het gebouw.