Over het algemeen zijn de Vlaamse bouwondernemers dus nog altijd optimistisch.

Toch kampt de bouwsector met een paar hardnekkige pijnpunten. De concurrentie blijft erg scherp. Daardoor blijven de prijzen eerder stabiel. Die herstellen zich dus niet, ondanks het hoge werkvolume. Slechts 56% van de bouwbedrijven zegt dat de huidige prijzen winstgevend zijn. Dat betekent dat té veel bedrijven onvoldoende reserves kunnen opbouwen.
Ook de krappe arbeidsmarkt is een probleem. Heel wat vacatures geraken niet ingevuld. Het tekort aan geschoold personeel remt de verdere groei van de bouwbedrijven. Dit uit zich in een hogere vraag naar overuren. Maar er is ook een structurele oplossing nodig voor het nijpend tekort aan arbeidskrachten in de bouw. 65 tot 70% van de bouwbedrijven wil met een gerust hart kunnen samenwerken met freelancers. Dat zijn echte zelfstandigen die samenwerken met andere zelfstandigen en met arbeiders van bouwbedrijven. Om te vermijden dat de inspectiediensten die vorm van samenwerken als schijnzelfstandigheid bestempelen - ook al is er totaal geen sprake van fraude of sociale dumping - vraagt Bouwunie een aanpassing van de Arbeidsrelatiewet. Die moet enkel gebruikt worden waarvoor ze echt dient: om manifeste en bewuste fraude, uitbuiting en sociale dumping te bestrijden.
De bouwsector heeft immers nog goede vooruitzichten. Algemeen economisch is er inderdaad onzekerheid en zien we een groeivertraging. Maar de koopkracht neemt toe, de rente blijft laag én de vraag naar meer energiezuinige en klimaatvriendelijke woningen en gebouwen is erg hoog. Al blijft het ook voor de bouwsector afwachten wat het nieuwe regeringsbeleid brengt, vooral op vlak van belastingen en investeringen.