Na jarenlange stijgende huizenprijzen en een historisch lage hypotheekrente, begonnen de rentes in januari van dit jaar voor het eerst te stijgen. De gemiddelde stijging van de hypotheekrente bedroeg in 2022 ruim 3 procentpunt. Ter illustratie: in januari stond de 10-jaars rente met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) op 1,1 procent, terwijl deze rente aan het begin van het vierde kwartaal 4,3 procent bedroeg. Onder invloed van de stijgende hypotheekrente is de huizenmarkt al enige tijd aan het afkoelen. In het tweede kwartaal was dit voor het eerst zichtbaar. Hoewel er nog steeds sprake was van een stijging van de huizenprijzen, was deze minder sterk dan de periode ervoor. Per saldo is de prijsstijging op jaarbasis inmiddels flink aan het afvlakken. De Nederlandsche Bank verwacht zelfs dat zowel in 2023 als 2024 sprake zal zijn van een daling van de huizenprijzen (in totaal 6 procent).
“Uit onze data blijkt dat de stijging van de hypotheekrente en de afvlakking van de stijging van de huizenprijzen ook effect heeft op het gemiddelde hypotheekbedrag. Als gevolg van de sterk gestegen hypotheekrente stijgen de maandlasten en kunnen huizenkopers minder lenen voor de aankoop van een woning. Dat vertaalt zich in een daling van het gemiddelde hypotheekbedrag”, vertelt Menno Luiten, commercieel directeur van De Hypotheker. “Sinds het omslagpunt in het tweede kwartaal is ieder kwartaal een sterkere daling zichtbaar van het gemiddelde hypotheekbedrag, die nu zelfs is opgelopen tot 11 procent. Deze daling zal in het eerste kwartaal van 2023 mogelijk iets afvlakken als gevolg van de hypotheekrente, die de afgelopen weken weer iets is gedaald met zo’n 0,4 procentpunt. Dit kan op termijn resulteren in een minder sterke daling van het gemiddelde hypotheekbedrag. Met name jonge huizenkopers hebben weer een voet tussen de deur op de huizenmarkt. Dit heeft vooral te maken met het stijgende woningaanbod. Zo staan woningen langer te koop en is er – door de minder gunstige markt – minder concurrentie van zowel doorstromers als beleggers. Ook is dit het laatste jaar waarbij de jubelton belastingvrij kan worden geschonken.”