Verschuiving richting appartementen
Uit het Grote Woononderzoek van het Steunpunt Wonen blijkt dat de private huurmarkt zich meer dan ooit tevoren gericht heeft op appartementen: 74% van het private aanbod is een appartement. Amper 1/4de van de woningen is dus een ééngezinswoning; in 2001 was dat nog 44%. Die verschuiving is het gevolg van twee verschillende tendensen.Ten eerste groeit het aantal huurappartementen. Sinds 2001 zijn er naar schatting 150.000 huurappartementen bijgekomen. Dat brengt het totaal op ca. 408.000 meergezinswoningen die ter beschikking worden gesteld op de huurmarkt.
Maar wie op zoek is naar een huis met pakweg drie of vier slaapkamers om te huren, heeft minder aanbod om uit te kiezen. Het aantal huurhuizen op de private huurmarkt is de voorbije jaren fors gedaald. Sinds 2001 zijn ca. 1/3de van de huurwoningen uit de markt verdwenen. Het totale aanbod is met 70.000 huurhuizen gedaald.
Vraag naar huurhuizen blijft aanwezig
Nochtans stellen de vastgoedmakelaars op het terrein vast dat de vraag naar huurhuizen aanwezig blijft, zeker voor grote gezinnen met kinderen. De appartementen die vaak via binnenstedelijke reconversie worden gecreëerd vinden relatief vlot afnemers bij jonge starters, alleenstaanden en zelfs gepensioneerden die terugkeren naar de stad. Maar gezinnen met kinderen vinden moeilijker een gepaste huurwoning.Voorlopig lijkt de impact hiervan op de huurprijzen beperkt. Uit het Grote Woononderzoek blijkt dat de gemiddelde huurprijs voor een ééngezinswoning tussen 2005 en 2013 steeg van 542€ naar 597€. Die stijging is gelijklopend met de huurprijs voor appartementen (van 513€ naar 560€). De huurprijs voor koppels met kinderen (van 587€ naar 651€ of +10,4%) is bovendien niet sneller gestegen dan voor koppels zonder kinderen (van 523€ naar 602€ of + 14,5%).
EPC-databank
De cijfers uit het Grote Woononderzoek worden bevestigd door een ander onderzoek van het Steunpunt Wonen, dat een analyse maakte van 724.345 energieprestatiecertificaten in de EPC-databank. Bij de verkoop of de verhuur van vastgoed moet zo’n EPC aanwezig zijn. De EPC’s bevatten dus heel wat nuttige informatie over de woningen die op de secundaire markt te koop of te huur worden aangeboden.35,9% van de EPC’s waren bestemd voor de verhuur van vastgoed. Van deze ca. 260.000 EPC’s had 67% betrekking op een appartement/meergezinswoning en 33% op een huurhuis. Die laatste categorie is onderverdeeld in 9% open bebouwingen, 12% halfopen bebouwingen en 12% rijhuizen. Vooral die laatste categorie – de rijhuizen – hebben we de voorbije jaren sterk zien afkalven. Net dat type woningen – vaak van oudere leeftijd – is vaak het voorwerp geweest van vervangingsbouw, met meestal reconversie naar kleinere appartementsblokken.