Het gaslek in Londerzeel vanmorgen maakt nog maar eens duidelijk dat er in België nood is aan een databank met de juiste ligging van nutsleidingen. Deze atlas van de ondergrond moet iedereen die graafwerken uitvoert duidelijke, correcte en volledige informatie geven van àlle kabels en leidingen die op die plaats in de grond steken. De kans op graafschade, met spijtig genoeg soms catastrofale en altijd hinderlijke, gevolgen, zal dan serieus verminderen.
Het federale KLIM (Kabel- en Leidingen Informatie Meldpunt) en het Vlaamse KLIP (Kabel- en Leiding Informatie Portaal) laat aannemers nu toe om de liggingsplannen van de meewerkende kabel- en leidingbeheerders op te vragen. Maar de noodzakelijke afstemming van KLIP en KLIM is er nog niet. Bovendien moet de aannemer nog altijd contact opnemen met de gemeente waar hij gaat graven om na te gaan of er nog kabel- en leidingbeheerders zijn die op de werkplaats nutsinfrastructuur hebben liggen en nog niet aangesloten zijn bij KLIP.
Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, wijst al enkele jaren op de noodzaak aan een echte atlas van de ondergrond. Er moet een beter, gestandaardiseerd en uniform systeem komen voor nutsmaatschappijen om hun kabels en leidingen correct en volledig in kaart te brengen. Ook een sanering van de ondergrondse infrastructuur dringt zich op. Kabels en leidingen die niet meer in gebruik zijn, moeten uit de ondergrond weg.
De ondergrond zit vol met kabels en leidingen van nutsbedrijven: gas, elektriciteit, telecommunicatie, kabeltelevisie, water. Bouw- en andere bedrijven die beginnen graven, lopen veel kans schade aan te richten. Sinds de ramp in Ghislenghien weten we hoe catastrofaal de gevolgen kunnen zijn. Op kleinere schaal zijn er wekelijks incidenten met vervelende hinder: een dag geen water of geen telefoon. Niemand heeft momenteel een volledig overzicht van alle kabels en leidingen die in de grond zitten, of ze nog in gebruik zijn en wie daarvan de eigenaar is.
Om te weten waar er kabels en leidingen liggen, moet de aannemer juiste en volledige informatie krijgen van de nutsbedrijven. Idealiter zouden alle nutsbedrijven de correcte ligging van al hun kabels en leidingen op één digitale kaart moeten aanbrengen. Aannemers en andere belanghebbenden zouden deze kaart dan via internet moeten kunnen raadplegen. Dit ideaal is nog toekomstmuziek.
Ondertussen zijn wel al de eerste stappen gezet om gekende informatie over de ligging van de onder- en bovengrondse kabels en leidingen te centraliseren. Het federale KLIM (voor wie werken wil uitvoeren in de nabijheid van gasleidingen en hoogspanningsleidingen van FETRAPI, o.a. Fluxys, en Elia) en het Vlaamse KLIP (een systeem waartoe intussen de meeste maar nog niet alle 300 Vlaamse kabel- en leidingbeheerders en al meer dan 2.500 planaanvragers zijn toegetreden) zijn internettoepassingen bereikbaar via een eigen website. De aannemer die werken gaat uitvoeren, kan via die websites met telkens één muisklik de liggingsplannen krijgen van de kabel- en leidingbeheerders die al meewerken en die op die plaats kabels of leidingen in de grond hebben. Het verlost de aannemer van heel wat zoekwerk (wie heeft waar al dan niet een kabel of leiding liggen ?) en een administratieve papierwinkel om al deze plannen zelf bij alle nutsbedrijven afzonderlijk op te vragen. Het bevrijdt hem wel nog niet van het bestuderen van de decimetersdikke stapel plannen om na te gaan waar de kabels en leidingen gelegen zijn. Bovendien is deze informatie niet altijd correct en zeker niet volledig. Vaak ontbreken de gegevens van de huisaansluitingen en staan verlaten leidingen (leidingen die niet meer gebruikt worden) er niet op.
Uit een enquête van Bouwunie bij haar leden blijkt dat 38% van de aannemers van infrastructuurwerken zijn planaanvragen via KLIP doet. 31% maakt gebruik van KLIM. Er zijn er ook die nog altijd hun toevlucht nemen tot fax of brief. Van diegenen die KLIP of KLIM gebruiken, zegt alvast 74% dat de liggingsplannen voor nutsvoorzieningen nu merkelijk duidelijker zijn en/of sneller worden afgeleverd dan vroeger. Een echte administratieve verbetering dus. Maar het kan en moet beter.
Onder meer door een afstemming van KLIP en KLIM. Die is in de maak. Terwijl de aannemer nu moet surfen naar twee websites om de aanvraag van de plannen te doen, zal hij (hopelijk binnenkort) nog maar één planaanvraag moeten doen op één van de twee websites om alle plannen te krijgen. KLIP stuurt dan alle meldingen door naar KLIM en KLIM stuurt meldingen voor Vlaanderen door naar KLIP. De aannemer moet wel nog altijd contact opnemen met de gemeente om na te gaan of er nog andere kabel- en leidingbeheerders zijn die op de werkplaats nutsinfrastructuur hebben liggen en die nog niet aangesloten zijn bij KLIP. Dit zal pas niet meer nodig zijn als het Vlaamse KLIP-decreet van kracht gaat.
Ondertussen blijft Bouwunie pleiten voor de opmaak van een atlas van de ondergrond met duidelijke, correcte en volledige informatie van àlle kabel- en leidingbeheerders op één elektronische databank, die eenvoudig te raadplegen is (ook op de werf) en geen administratieve rompslomp veroorzaakt. De betrokken overheden en nutsbedrijven ondersteunen dit voorstel. Momenteel heeft elke kabel- en leidingbeheerder een eigen informaticasysteem, een eigen manier van registratie op de plannen, eigen legendes, eigen elektronische files, softwarepakketten, … Er is duidelijk nood aan afspraken en normen over het invullen van de ligging van alle kabels en leidingen op een grootschalige basiskaart. Dit moet op een gestandaardiseerde en uniforme manier gebeuren. Enkel zo ontstaat een atlas van de ondergrond en weet elke belanghebbende duidelijk welke kabels en leidingen waar precies in de grond zitten. Op de Bouwunie-rondetafel van september 2007 uitten de aanwezige overheden, nutsbedrijven en aannemers alvast de wil om mee te werken aan een dergelijke atlas van de ondergrond. Een eerste model van atlas zou tegen einde 2008 moeten af zijn. De echte implementatie van het nieuwe systeem zal dan nog de nodige tijd en investeringen vragen. Van belang is alvast dat de neuzen nu in dezelfde richting staan.
Een ander pijnpunt dat de aannemers, overheden en nutsbedrijven bezighoudt, zijn de zogenaamde verlaten leidingen. Dit zijn leidingen die niet meer gebruikt worden maar wel plaats in de ondergrond innemen en voor verwarring zorgen. Verlaten leidingen staan meestal niet op de plannen maar de aannemer komt ze wel tegen wanneer hij begint te graven. Het wegnemen van al deze ongebruikte kabels en leidingen is noodzakelijk maar ook duur. Het zou niet slecht zijn, mochten de nutsbedrijven dit alvast doen op plaatsen waar toch al werken aan de gang zijn.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Elke werkdag het laatste nieuws in uw mailbox!
Aanmelden!Alleen de nieuwsbrief, geen spam