Algemeen

Grondige hervorming waterzuiveringsbeleid

De nieuwe Vlaamse regering heeft zopas besloten het waterzuiveringsbeleid grondig te hervormen. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) komt deze hervorming precies op tijd. Er is immers haast bij. Reeds op 8 juli van dit jaar heeft het Europees Hof van Justitie België veroordeeld omdat de gewestelijke overheden er niet in geslaagd zijn tijdig de doelstellingen van de Europese richtlijn van 1991 op de behandeling van het stedelijk afvalwater te bereiken. Zonder extra inspanningen van de Vlaamse overheid tijdens de komende jaren voor een versnelling van het waterzuiverings- en rioleringsprogramma dreigt tegen 2007 een Europese boete van maar liefst 50.000 euro per dag. De VCB hoopt dat met de hervorming die de Vlaamse regering onlangs heeft doorgevoerd, het waterzuiveringsbeleid terug in een stroomversnelling zal terechtkomen.

De VCB is van oordeel dat de doorgevoerde hervorming in belangrijke mate het waterzuiveringsbeleid zal kunnen stroomlijnen en meer middelen voor waterzuivering zal kunnen genereren. Terwijl het investeringsprogramma voor de bovengemeentelijke waterzuiveringsinfrastructuur al grotendeels werd afgewerkt, zijn er nog heel veel investeringsinspanningen nodig op het vlak van gemeentelijke rioleringen.

De VCB verwacht nu dat de drinkwaterbedrijven de renovatie van bestaande en de aanleg van nieuwe rioleringen professioneler, efficiënter en sneller zullen aanpakken dan de gemeenten afzonderlijk. Door de integratie van de waterzuiveringsheffing in de drinkwaterfactuur zal niet langer een BTW-percentage van 21% gelden maar een lager BTW-tarief van 6% kunnen worden toegepast, zoals dit trouwens nu al het geval is in het Waalse Gewest. Minister van leefmilieu Kris Peeters heeft laten berekenen dat Vlaanderen hierdoor jaarlijks 50 miljoen euro minder BTW moet betalen. Met dit bedrag kan het investeringsvolume voor waterzuiverings- en rioleringswerken terug fors worden verhoogd, zonder dat de consument hiervoor één euro meer zal moeten betalen.

Om de doelstellingen van de Europese richtlijn van 1991 op de behandeling van stedelijk afvalwater te realiseren, zijn nog omvangrijke investeringen vereist. Deze richtlijn schrijft voor dat al de afvalwaters van woonkernen van meer dan 10.000 inwoners tegen 1998 moesten worden opgevangen en vóór lozing moesten worden behandeld. Zelfs zes jaar na datum is deze doelstelling nog geenszins bereikt.

Voor gans België kwam de Europese Commissie onlangs tot de volgende vernietigende conclusie: op het vlak van afvalwaterbehandeling voldoen slechts 29% van de woonkernen van meer dan 10.000 inwoners aan de richtlijn en op het vlak van de riolering amper 26%.

Bovendien moet tegen volgend jaar al een tweede doelstelling in het kader van de richtlijn van 1991 worden bereikt, met name dat de afvalwaters van alle woonkernen van meer dan 2.000 inwoners moeten worden opgevangen en vóór lozing moeten worden behandeld. Intussen werd op Europees vlak intussen een nog strengere richtlijn ‘Water’ uitgevaardigd. De doelstellingen van deze tweede richtlijn moet Vlaanderen tegen 2015 realiseren. Voor de realisatie van al de doelstellingen van deze twee richtlijnen zijn nog aanzienlijke investeringsinspanningen vereist. Kostenprognoses schommelen tussen 5 en 8,5 miljard euro. De zopas doorgevoerd stroomlijning is volgens de VCB een belangrijke stap in de goede richting en zal er toe bijdragen dat het Vlaamse Gewest binnen een redelijke termijn haar Europese verplichtingen inzake waterzuivering en riolering zal kunnen nakomen.

Marc Dillen, Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
Build for Life