Particuliere eigenaars in het vizier
Een concreet voorbeeld. U bent eigenaar van een stadswoning en wenst die te verkopen. Nu blijkt dat de overheid in het ruimtelijk uitvoerginsplan (RUP) heeft voorzien dat bijkomende bouwlagen voor uw eigendom mogelijk zijn. Bijgevolg dient u als verkoper een aanzienlijke heffing te betalen op de vermoede meerwaarde. Zelfs als blijkt dat die inschatting - onduidelijk momenteel hoe die tot stand zal komen - ver afstaat van de meerwaarde die in de praktijk kan worden gerealiseerd. Zo kan de extra bouwlaag niet te realiseren zijn vanwege tal van redenen zoals brandveiligheid of de nabijheid van luchtverkeer.Vlaamse heffing vormt nieuwe horde voor verdichting
Het gaat om een Vlaamse heffing die de gemeenten moeten toepassen. En die 25 tot 50 % kan bedragen op de vermoede meerwaarde. Bij een vermoede meerwaarde boven de 250.000 euro bedraagt die sowieso 50 %. Zoals hierboven reeds aangehaald, gaat deze heffing veel verder dan een heffing op de meerwaarde bij een bestemmingswijziging, bijv. in het geval landbouwgrond wordt omgezet in bouwgrond. De heffing geldt dus ook wanneer de overheid een hogere dichtheid, extra bouwlagen of bouwhoogte en -diepte toestaat. Eveneens als in de praktijk niet ten volle gebruik wordt gemaakt of kan gemaakt worden van de mogelijkheid om hoger en dichter te bouwen. Hoewel de overheid ruimtelijk rendement beoogt, zal de heffing en haar modaliteiten daarom net verdichting afremmen.Wie zal de vermoede meerwaarde gaan inschatten en op basis vanaf welke nulmeting zal dat gebeuren? Dat is koffiedik kijken. De wijze waarop deze heffing op ruimtelijk rendement wordt ingevoerd, leidt tot onnodig hoge risico's voor potentiële investeerders en tot onzekerheid bij particuliere eigenaars. Daardoor dreigen enkel de duurste projecten op de beste locaties nog tot ontwikkeling te komen en bijgevolg zal het aanbod aan betaalbare woningen afremmen.