Algemeen

Investeringen topprioriteit Vlaamse aannemers

Bouwunie overhandigt vandaag haar prioriteitenlijst aan Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. De minister zal hiertoe om 14u. een delegatie van BOUWUNIE ontvangen. Bovenaan de prioriteitenlijst staat de vraag naar meer investeringen in infrastructuur. De begroting van 2004 vertoont immers een daling van de infrastructuurinvesteringen met bijna 200 miljoen euro. In 2003 zijn bovendien heel wat aanbestedingen uitgesteld. Vooral de sector van de wegenbouw en de kabel- en leidingleggers zijn hier het slachtoffer van. Bouwunie vraagt de minister ook versneld werk te maken van het kadaster van de ondergrond, en de nutteloze administratieve rompslomp bij de grondverzet- en energieprestatieregelgeving weg te werken.

Bouwunie , de bij UNIZO aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, overhandigt vandaag haar prioriteitenlijst aan Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. Topprioriteit is de vraag naar meer investeringen in infrastructuur. De begrotingsanalyse van de SERV, die een goed beeld geeft van de evolutie van de Vlaamse investeringen in infrastructuur, toont immers aan dat de begroting voor 2004 9% minder middelen (ofte 200 mio euro minder) voorziet dan vorig jaar. In de normale begroting is een daling merkbaar in zowat alle departementen. Bouwunie herinnert aan de op de ondernemingsconferentie gedane beloften en vraagt het investeringsniveau voor infrastructuurwerken minstens op hetzelfde peil als dat van 2003 te behouden. De vermindering van de investeringen ten gevolge van de begrotingsmaatregel van augustus 2003 moet dit jaar en de volgende jaren volledig gecompenseerd worden, en de voorziene investeringen moeten ook werkelijk uitgevoerd worden. Bouwunie dringt ook aan op een volledige compensatie van de door de gemeenten geleden verliezen aan dividenden van de intercommunales na het vrijmaken van de energiemarkt. Bouwunie ondersteunt de visie van de minister dat de Elia-heffing, die in deze compensatie voorzag, geen bijkomende KMO-belasting mag zijn. Het niet doorvoeren van deze heffing moet echter gepaard gaan met een alternatief voorstel om de gemeenten voldoende middelen voor infrastructuurinvesteringen ter beschikking te stellen. Bouwunie stelt voor deze middelen via het heringevoerd gemeentelijk investeringsfonds ter beschikking te stellen. Zo is er een garantie dat deze voor infrastructuurinvesteringen aangewend worden.

Bouwunie blijft bij de minister aandringen om snel werk te maken van een kadaster van de ondergrond. Aannemers hebben nood aan een correcte weergave van de ligging van de ondergrondse nutsinfrastructuur, en de eenvoudige consultatie van deze gegevens. Omdat de opmaak van een kadaster van de ondergrond tijd vraagt, stelt Bouwunie voor intussen een initiatief te nemen waardoor het aantal "ongelukken" tot een minimum kan beperkt worden. Dit initiatief is het verderzetten van het opgezette websynergie, nu WOC (wervenopvolging coördinatie). Op deze website zou – op zeer korte termijn- een module “planaanvraag” in werking gesteld moeten worden. Een aannemer die werken aan de ondergrond gaat uitvoeren, zou zo met één muisklik automatisch de liggingsplannen van alle nutsmaatschappijen die op die plaats kabels of leidingen in de grond hebben, moeten ontvangen.

Sinds 1 april is een nieuwe regeling grondverzet van kracht, die bepaalt dat extra documenten vereist zijn bij het uitgraven en vervoeren van grond. Het is de bedoeling hiermee een traceerbaarheidssysteem te creëren zodat men kan achterhalen vanwaar bepaalde gronden komen, en waar ze naar toe gaan. Een aantal knelpunten zorgen ervoor dat deze regeling nog niet goed functioneert. Zo moet de nutteloze administratieve rompslomp van de regelgeving opgeheven worden en moeten er snel afzetgebieden komen voor de grondoverschotten. Het tekort aan afzetgebieden heeft op korte tijd immers geleid tot een verdubbeling van de stortkosten.

Tenslotte wil Bouwunie ook wegen op het energiebeleid van Minister PEETERS. Vooral voor het recente probleem van de huis- en werfaansluitingen moet snel een oplossing komen. Uit de resultaten van een recente BOUWUNIE-enquête blijkt dat de situatie er op het terrein sinds de liberalisering van de energiemarkt op achteruit gegaan is. De aansluitingen laten langer op zich wachten, zijn duurder en veroorzaken meer administratieve rompslomp. BOUWUNIE dringt erop aan dat het bekomen van de aansluitingen terug een stuk soepeler en sneller zou kunnen en vraagt de VREG (Vlaamse Reguleringsinstantie voor Elektriciteits- en Gasmarkt) en Minister PEETERS hier mee op toe te zien. Ook het energieprestatiedecreet moet aangepast worden. Het decreet moet ertoe leiden dat wie bouwt of verbouwt investeert in goede isolatie en ook andere maatregelen neemt om zijn energieverbruik te beperken. Het decreet is evenwel een administratief gedrocht dat liefst vijf nieuwe documenten creëert: het EPB-voorstel, de startverklaring, de EPB-aangifte, de uitstelverklaring en het energieprestatiecertificaat. Het EPB-voorstel - dat nog verder uitgewerkt wordt bij Ministerieel besluit – moet volgens Bouwunie al de essentiële energieprestatiemaatregelen bevatten, waarmee (ver)bouwer en architect aantonen op voorhand voldoende nagedacht te hebben over de manier waarop men het gewenste E-peil wil bereiken. De voorziene administratieve boetes moeten onverkort geschrapt worden. Tot slot pleit Bouwunie voor een aantal stimulerende en ondersteunende maatregelen. De aftrekbaarheid van energievriendelijke investeringen heeft een duidelijk effect. De Vlaamse Regering zou, aanvullend aan de fiscale stimulans, dit effect met gerichte premies nog merkelijk kunnen vergroten.
Build for Life