Vastgoed

Kantorenleegstand groeit eerste halfjaar minder hard

De leegstand op de Nederlandse kantorenmarkt groeit nog steeds, maar vergeleken met de groei van de afgelopen jaren was deze groei in het eerste half jaar van 2012 beperkt. Dit blijkt uit de nieuwste onderzoekscijfers van DTZ Zadelhoff over de kantoren- en bedrijfsruimtemarkt in Nederland. De groei van de leegstand houdt gelijke tred met de groei van de voorraad. Hierdoor blijft het leegstandspercentage met 14,1% gelijk aan een halfjaar geleden.

Gekeken naar vierkante meters dan is nu sprake van een toename van de leegstand met 111.000 m2 ten opzichte van begin januari 2012. In totaal staat 6,9 mln m2 van de kantorenvoorraad op dit moment fysiek leeg.

Sinds 2008 is de leegstand ieder half jaar gemiddeld toegenomen met 240.000 m2. De leegstandstoename van 111.000 m2 over het afgelopen half jaar is echter naar verwachting geen trendbreuk, gezien de aankondiging van veel bedrijven en de overheid om minder meters in gebruik te houden.

Het kantorenconvenant dat is getekend heeft zich ten doel gesteld de leegstand de komende 10 jaar te laten dalen naar een totaal van 5%. Uitgaande van de huidige voorraad komt dit neer op een leegstand van 2,5 mln m2. Cuno van Steenhoven, voorzitter Dagelijks Bestuur DTZ Zadelhoff: 'Dit betekent dat er in tien jaar tijd 4,4 mln m2 leegstand zal moeten verdwijnen, ruim 400.000 m2 per jaar. Dit is gelijk aan de totale kantorenvoorraad van de gemeente Delft bijvoorbeeld.'

'Een erg ambitieuze doelstelling, maar wel een heel noodzakelijke', vervolgt Van Steenhoven. 'Wij zien het convenant als een positieve ontwikkeling waarbij de Rijksoverheid initiatieven neemt om de handen ineen te slaan met marktpartijen. De concrete transformatieplannen en plannen voor onttrekkingen van bestaande gebouwen van de markt alsmede een reductie van de planvoorraad dragen bij aan het gezond maken van de vastgoedmarkt. De eerder aangekondigde verplichting van Rijksdiensten om eerst te kijken naar de mogelijkheden van leegstaande kantoren voordat tot nieuwbouw wordt besloten, is hierbij essentieel.'