Vlaanderen te gefragmenteerd
Vlaanderen moet evolueren naar meer stad, meer dorp én meer platteland. Dat zei Leo Van Broeck, ingenieur-architect en hoogleraar architectuur aan de KU Leuven, tijdens een studiedag van de Landelijke Gilden eind vorig jaar. Momenteel is het bebouwde weefsel in Vlaanderen te gefragmenteerd – en dat brengt alleen maar nadelen met zich me. “We hebben een gigantisch deel – 32 procent – van Vlaanderen bebouwd op de meest gefragmenteerde manier”, aldus Van Broeck. “Het verkavelingsmodel heeft enerzijds de steden doen leeglopen en anderzijds de natuur en het platteland kapotgemaakt.”Een van de gevolgen hiervan is dat we erg afhankelijk zijn van de auto. Vlaanderen is daardoor recordhouder voor het aantal uren file per werknemer. Ook ons hoge energieverbruik is het gevolg van het huidige woonmodel, stelt Van Broeck.
Landelijke Gilden: “wake-upcall”
Het probleem, zegt Van Broeck, is niet de hoge bevolkingsgraad, maar het feit dat bijna alle vruchtbare grond is ingenomen door menselijke activiteit. Het Verenigd Koninkrijk doe het op dat vlak bijvoorbeeld veel beter: daar is “28 procent beschermd natuurgebied en – binnen de bebouwde fractie – een zeer hoge bevolkingsdichtheid.”Karel Lhermitte van de Landelijke Gilden, die de bewoners van het gefragmenteerde buitengebied vertegenwoordigt, noemde de oproep van Leo Van Broeck een “wake-upcall”. Hij erkent de problematiek en gelooft net als Van Broeck dat de bevolkingsdichtheid omhoog moet.