“Tegen het huidige tempo dat er sociale woningen bijkomen, is de wachtlijst pas na 2100 weggewerkt. Daarom dienen alle partners hun taboes overboord te gooien. En in complementariteit volop in te zetten op nieuwe formules die leiden tot meer woningen voor kwetsbare huishoudens. Daarbij kan ook de private sector een cruciale rol spelen als een van de aanbieders van betaalbare woningen”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen.
Met de subsidie wil minister Diependaele op korte termijn ruim 6.000 betaalbare huurwoningen realiseren. Dat is hoognodig aangezien het aanbod de vraag al jarenlang niet kan bijbenen. De helft zal via sociale woonmaatschappijen worden verhuurd. De andere helft zijn betaalbare huurwoningen die vallen onder het concept van ‘geconventioneerd huren’. In het systeem van ‘geconventioneerd huren’ kunnen private initiatiefnemers op vrijwillige basis een subsidie of lening krijgen om kwaliteitsvolle, energiezuinige en betaalbare huurwoningen te realiseren. In ruil hiervoor zet de investeerder de huurprijs lager dan de marktprijs om tegemoet te komen aan kwetsbare huishoudens. Zij kunnen dan weer sneller dan vandaag toegang krijgen tot een energiezuinige woning. In deze energiecrisis dalen daardoor hun woonkosten aanzienlijk.
“De bouwsector wil in overleg met minister Diependaele en de woonmaatschappijen werken aan een optimaal kader voor deze nieuwe formule. Zo is het van groot belang om van bij de ontwerpfase de aannemer te betrekken om de haalbaarheid en de betaalbaarheid voor ogen te houden. Daarom pleit Embuild Vlaanderen voor meer ontwerpvrijheid, en schuift daarvoor het prestatiebestek naar voren. Een ander aandachtspunt zijn de oppervlaktenormen. Vandaag worden die opgelegd door strenge gemeentelijke bepalingen, maar om betaalbaar wonen haalbaar te maken, dient te worden overwogen om aanpassingen mogelijk te maken voor bepaalde doelgroepen”, aldus Marc Dillen.
