Hoewel het cliché dat Belgen honkvast zijn deels klopt, is er toch een groeiende groep die openstaat voor een verhuis naar een andere provincie. Naast de 21% die al verhuisde, is 3% daar momenteel mee bezig en overweegt 11% het in de toekomst. De voornaamste motivatie is de zoektocht naar meer rust en groen.
Wie verhuist, wie blijft? 1/4 van de Vlamingen staat open voor interprovinciale mobiliteit
De interprovinciale mobiliteit verschilt sterk naargelang de regio. In Vlaanderen is ze het grootst: 25% van de respondenten zegt al verhuisd te zijn naar een andere provincie. In Brussel ligt dit percentage op 19%, wat toch wijst op een zekere openheid ten opzichte van een verhuis naar een andere provincie. In Wallonië lijkt men het meest honkvast: slechts 14% zegt al verhuisd te zijn naar een andere provincie.Opvallend: in Brussel (20%) ligt het percentage van mensen die aangeven in de toekomst te willen verhuizen naar een andere provincie dubbel zo hoog als in Vlaanderen (10%) en Wallonië (10%).
Rust en groen zijn prioriteit van de Belg maar Vlaming kiest vooral voor dichter bij het werk
Op zoek gaan naar een tragere manier van leven is vaak wat Belgen motiveert om hun thuisprovincie te verlaten. Rust en stilte staan bovenaan de lijst van motivaties, aangehaald door 28% van de Belgen. Dit wordt gevolgd door de behoefte aan groen (26%), wat duidt op een verlangen naar natuur en ruimte, weg van de drukte. Daarna komt de nabijheid van werk (26%). Andere redenen zijn betaalbaardere woningen (18%), meer oppervlakte (15%) en dichter bij familie (15%).Opvallend: onder Vlamingen is dichter bij het werk wonen dan weer de sterkste drijfveer (27%) – gevolgd door rust en stilte (25%) en de aanwezigheid van groene ruimten (22%). Financiële en familiale overwegingen volgen daarna: 16% zou naar een andere provincie verhuizen met het oog op meer betaalbare woningen en 15% om dichter bij familie en vrienden te wonen. Tot slot zou 14% van de Vlamingen graag dichter bij de zee of de bergen wonen terwijl dat op nationaal niveau maar op 9% ligt.
Vlamingen wonen liefst in... Vlaanderen
Bij de vraag naar welke provincies de Belg zou willen verhuizen, blijken er enkele duidelijke voorkeursprovincies. Verrassend genoeg bestaat de top drie volledig uit Vlaamse provincies: Vlaams-Brabant (15%), Antwerpen (14%) en West-Vlaanderen (12%).Onder de Vlamingen is de voorkeur voor Vlaamse provincies nog sterker: Antwerpen (20%), West-Vlaanderen (19%), Oost-Vlaanderen (18%) en Vlaams-Brabant (17%) zijn samen al goed voor bijna 75% van de geplande verhuizen. Limburg trekt 7% van de Vlamingen aan en blijft zo toch ver achter de andere Vlaamse provincies.
De Waalse provincies lokken dan weer weinig tot geen interesse uit van de Vlaming: Waals-Brabant wordt door amper 4% van de Vlamingen vernoemd (tegenover 11% nationaal niveau), Luik 1%, Henegouwen 2%, Namen 1% en Luxemburg 3%.
Opvallend: de provincies die het populairst zijn onder potentiële verhuizers zijn niet noodzakelijk de meest betaalbare. De vastgoedprijzen in Vlaams-Brabant (€2.667 per vierkante meter) en Antwerpen (€2.526 per vierkante meter) liggen bijvoorbeeld hoger dan het nationale gemiddelde, net als in West-Vlaanderen (€2.585 per vierkante meter), ook al staan die provincies wel bovenaan de lijst van meest populaire provincies om naar te verhuizen. Daartegenover scoren de meer betaalbare provincies zoals Henegouwen (€1.457 per vierkante meter) en Luxemburg (€1.697 per vierkante meter) net veel minder hoog op vlak van aantrekkelijkheid.
Die discrepantie toont aan dat Belgen tijdens het plannen van een verhuis zeker niet alleen op zoek gaan naar een goedkopere woning, maar toch eerder prioriteit geven aan levenskwaliteit, toegankelijkheid en een groene omgeving, die een impact hebben op de prijs.
Grootste drempel? Angst voor eenzaamheid en isolement
Uit onderzoek van Immoweb blijkt dat verhuizen naar een andere provincie toch ook gepaard gaat met verschillende angsten. Op nationaal niveau staat het gevoel van eenzaamheid/isolement bovenaan de lijst van genoemde obstakels (31%), gevolgd door het verlies van referentiepunten in het dagelijks leven (29%) en langere reistijden of files (28%).Onder Vlamingen liggen de angsten iets anders dan op nationaal niveau. Het verlies van referentiepunten in het dagelijks leven wordt beduidend minder vaak vermeld dan op nationaal niveau (24% tegenover 29%), net als files en langere reistijden (24% tegenover 28%).
Een heel groot deel van de Vlamingen gaf ook aan geen angsten te ervaren (23% tegenover 19% op nationaal niveau), wat kan betekenen dat Vlamingen zich minder zorgen lijken te maken over de impact van een mogelijke interprovinciale verhuis.
