De historisch lage kapitaalmarktrentes en concurrentie tussen geldverstrekkers hebben de hypotheekrente in 2019 en het eerste kwartaal van 2020 naar zeer lage niveaus gedrukt. Door het uitbreken van de coronacrisis en daaruit volgende marktontwikkelingen is de hypotheekrente weer licht gestegen. Ondanks de versoepelingen van de corona-restricties en omvangrijke steunpakketten van overheden kan het nog tot 2022 duren totdat de economie zich heeft hersteld. De opwaartse druk op de rente in de afgelopen maanden was deels ingegeven door extra overheidsuitgaven om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. Hierdoor liepen de overheidstekorten, die worden gefinancierd op de kapitaalmarkt, snel op en dat leidde tot een stijging van de rente op overheidsleningen. Aan deze stijging is inmiddels een einde gekomen. Zo vergroot het akkoord over het Europese herstelfonds, waarvan de uitkeringen zijn gekoppeld aan structurele hervormingen, het vertrouwen in de financiële stabiliteit van de EU en dat heeft een neerwaartse invloed op de rente.
De renteontwikkeling wordt daarnaast beïnvloed door maatregelen van de centrale banken. Zij hebben hun officiële rentetarieven verlaagd en pompen geld in de economie om bestedingen te stimuleren en te voorkomen dat de inflatie verder daalt. De ECB kondigde begin juni aan 600 miljard euro extra aan obligaties op te kopen. Dat brengt het totaal op 1.350 miljard euro. Dit omvangrijke opkoopprogramma remt de stijging van kapitaalmarktrentes af en zorgt voor rust op de financiële markten. De verwachting is dat zowel de ECB als de Fed de huidige rente in stand houden. Doordat banken tijdelijk lagere buffers mogen aanhouden, is ook meer geld beschikbaar voor kredietverlening en blijft de rente naar verwachting laag. Hierdoor kunnen banken ook goedkoper aan geld voor hypotheken komen.