Vandaag situeert zo'n 25% van de woningen in Vlaanderen zich in lintbebouwing en nog eens 8% in verspreide bebouwing. Op basis van nieuwe gegevens van het Agentschap Informatie Vlaanderen en kaartmateriaal van het Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), stelt buurtontwikkelaar Matexi vast dat de lintbebouwing tussen 2015 en 2020 toenam met niet minder dan 41.613 gebouwen. De groei in lintbebouwing (+ 6,52%) is daarmee hoger dan de groei van het aantal gebouwen in de stads- en dorpskernen (+6,27%). De verspreide bebouwing nam zelfs toe met 53.267 gebouwen. Vergelijkbare conclusies komen naar voor wanneer deze extra bebouwing geprojecteerd wordt op de zogenoemde VITO-kaart, die de basis van de “bouwshift” vormt. Het aantal gebouwen op locaties met goede bereikbaarheid en veel voorzieningen nam de voorbije vijf jaar toe met 6,93%. Het aantal gebouwen op locaties zonder openbaar vervoer en met amper voorzieningen nam toe met maar liefst 11,89%. Conclusie: de “bouwshift” lijkt verder weg dan ooit.
Samen een buurtgerichter beleid
Lintbebouwing rijgt verschillende dorpskernen aaneen tot één grote bebouwde kom en zorgt, samen met verspreide bebouwing, voor te veel verharding. In linten is er 2,5 keer meer verharding per woning dan in stadskernen; in verspreide bebouwing is dat zelfs 4,5 keer meer. Bovendien kost een dergelijke bebouwing handenvol geld aan publieke dienstverlening en infrastructuur (in linten 2 keer meer dan in stadskernen en in verspreide bebouwing loopt dat op tot 7 keer meer). Het hoeft ook niet te verbazen dat bewoners van verspreide (lint)bebouwing significant vaker de wagen gebruiken.1Het vrijwaren van de open ruimte vereist bijkomend bouwen in de reeds bebouwde omgeving, om te voldoen aan de blijvende vraag naar nieuwe woningen. Stads- en dorpskernen verdichten zal de CO2-uitstoot drastisch verminderen en ook de energienoden voor verwarming kunnen door stadsvernieuwing fors gerationaliseerd worden. Al jaren vertrekt Matexi voor zijn vastgoedprojecten vanuit een grondige buurtanalyse. Hiervoor hanteert de buurtontwikkelaar zijn eigen ontwikkelde “Buurtbarometer”. Deze tool helpt om te analyseren welke voorzieningen nodig zijn om een buurt mens- en woonvriendelijker te maken en op welke locaties het mogelijk is om duurzaam vastgoed te ontwikkelen. De barometer bekijkt elke buurt vanuit verschillende invalshoeken. Naast een algemene score, geeft de Buurtbarometer een score per voorziening én per deelaspect, zoals mobiliteit, lokaal groen, zorgvoorzieningen, kind gerelateerde functies (crèches of speeltuintjes), tewerkstelling, winkels, enzovoort. Deze scores gebruikt Matexi om projecten te creëren die beantwoorden aan de noden van de buurt en die de buurt versterken. Lintbebouwing en verspreide bebouwing zijn niet buurtgericht en maken dan ook geen deel uit van een deze aanpak.
1 Bron: Studie “Monetariseren van de impact van urban sprawl in Vlaanderen” uitgevoerd door: VITO, Common Ground en VRP dd 2019