Nieuwbouw

Prijsverschillen vergunningen in Nederlandse gemeenten enorm

Prijsverschillen vergunningen in Nederlandse gemeenten enorm
Meer dan 900 euro ben je in Voorschoten kwijt aan een dakkapel vergunning. En dat terwijl je bij de buurgemeente Leiden voor eenzelfde vergunning slechts 40 euro betaalt. De verschillen in de tarieven tussen gemeenten zijn groot. Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten 2018.

Leiden en Voorschoten: twee gemeenten op een steenworp afstand van elkaar. Toch staan ze wat betreft vergunningskosten mijlenver bij elkaar vandaan. Zo betaal je in Voorschoten € 938 voor een vergunning voor een dakkapel van € 5.000 - € 10.000. In Leiden wordt bij dakkapellen van dezelfde prijs slechts € 40 bouwleges gerekend. Deze cijfers komen naar voren in de Atlas van de Lokale Lasten 2018 van COELO.

Prijsverschillen enorm groot

“Deze prijsverschillen blijven ons verbazen,” vertelt Slimster-productspecialiste Henrieke Hahn. “Wij helpen mensen bij het vinden van de beste deal voor een nieuwe dakkapel. Bijna duizend euro aan bouwleges voor een dakkapel van zesduizend euro is een enorm bedrag. Bepaalde gemeenten maken het plaatsen van een dakkapel of uitbouw er niet bepaald aantrekkelijker op.”

Gemiddeld een paar honderd euro

Het merendeel van de gemeenten (63%) vraagt tussen de € 200 - € 400 voor een dakkapel vergunning, met een gemiddelde van € 333. Toch zitten er ook uitschieters bij, met Voorschoten en Leiden als grootste tegenpolen.

prijsverschillen bouwleges Nederlandse gemeenten
Bekijk hier de dakkapel vergunningskosten van alle gemeenten

Dalende bouwleges

Gemiddeld daalden de bouwleges tarieven met 2,1%. De prijs in Den Haag daalde het meest (40%). In Voorschoten vond een stijging plaats van 90%. De programmabegroting 2018-2022 van de gemeente maakt duidelijk dat dit komt door een stijging van de kostendekkendheid van bouwleges (van circa 45% naar 85%).

Kostendekkende tarieven: gemeente beslist

Dankzij leges kunnen gemeenten een deel van de gemaakte kosten dekken. Voor bepaalde leges zijn er maximumtarieven ingesteld door het Rijk, maar dit is niet het geval bij omgevingsvergunningen. Gemeenten hebben hierdoor de vrije hand in het vaststellen van de bouwleges, mits de inkomsten niet hoger uitvallen dan de kosten. Een gemeente mag maximaal 100% kostendekkend zijn met de bouwleges, maar kan ervoor kiezen om minder te verhalen. Stelt de ene gemeente vast om 100% van de kosten te dekken met de bouwleges en is de andere gemeente 75% kostendekkend? Dan ontstaat er al een verschil in vergunningskosten.

Lokale omstandigheden

De lokale omstandigheden spelen ook een rol. In de ene gemeente worden meer bouwaanvragen gedaan dan in de andere gemeente. Daarnaast is een gemeente met een historische binnenstad meer tijd kwijt aan bouwaanvragen en -vergunningen dan een gemeente met veel aanvragen in nieuwere woonwijken. Ondanks deze argumenten blijft het lastig te begrijpen dat de bouwleges per gemeente zoveel mogen variëren. Sinds 2017 zijn gemeenten verplicht om hun legeskosten te verantwoorden. Toch verandert dit nog niets aan de mogelijkheid van gemeenten om de vergunningskosten zelf vast te stellen. Een wettelijk maximumtarief lijkt de beste manier om een einde te maken aan de hoge bedragen die mensen in bepaalde gemeenten nu moeten neertellen.