Terwijl het wachten is op het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), kiest de provincie Antwerpen de vlucht vooruit. Op een totaal van 56.000 ha woongebied wordt 14.000 ha buiten de kernen onbeschikbaar voor wonen. De facto geldt er een harde bouwstop buiten de kernen. Bovendien zijn er ook heel wat landelijke dorpskernen die niet langer kunnen uitbreiden. Voorbeelden zijn Ravels, Arendonk, Retie, Baarle-Hertog, Merksplas, Lille, Rijkvorsel, Dessel, Meerhout, Laakdal, Herselt, Hulshout, Ranst, Zandhoven, Grobbendonk en Herenthout.
Intussen zijn er lokale besturen die de reikwijdte van de plannen onder de aandacht brengen. Zo protesteerde onlangs het bestuur van Heist-op-den-Berg tegen de provinciale plannen, omdat hun kern niet langer kan uitbreiden. Burgers die afkomstig zijn uit die woongebieden dienen in de toekomst overwegend elders, in naburige stedelijke centra, huisvesting te vinden. Of zij dat nu leuk vinden of niet. Niet alleen druisen de provinciale plannen in tegen de Vlaamse principes van ‘wonen in eigen streek’, ook heeft de provincie helemaal geen plan klaar om tijdig kwaliteitsvolle alternatieven te voorzien voor de 100.000 huishoudens die er bijkomen tegen 2050. Om die een woonomgeving te bieden die voldoet aan het provinciaal plan, dient er ruim tweemaal een stad als Mechelen bij te komen. Uit een recente studie van het departement Omgeving blijkt dat verdichtingsprojecten steeds duurder en risicovol worden. Bovendien neemt het heel wat tijd in beslag om de complexe vergunningsprocedures te doorlopen en de ontwikkelingsperiode neemt toe.