De bedrijven uit de sector van de infrastructuurwerken (wegenbouw, aanleg rioleringen, aanleg ondergrondse nutsinfrastructuur,…) hebben momenteel veel werk. Daarin kan snel verandering komen indien de Vlaamse regering niet tijdig de nodige budgetten vrijmaakt voor de aanleg van rioleringen. Zonder investeringsgeld vreest Bouwunie een serieuze terugval in het werkvolume begin 2008. Deze Vlaamse budgetten zijn nodig om de projecten van Aquafin en de uitbouw van de gemeentelijke rioleringen te financieren. Onvoldoende en/of té laat investeren betekent dat Vlaanderen Europese superboetes moet betalen en jobs in de bouwsector laat verdwijnen, aldus Bouwunie.
Bouwunie organiseerde gisterenavond (woensdag 10 mei) met haar afdeling Infrastructruurwerken een succesvolle info-avond over het waterbeleid in Vlaanderen in al zijn aspecten. De marktspelers voor het waterzuiveringsbeleid zijn de afgelopen twee jaar drastisch door elkaar geschud en gewijzigd. Daar waar vroeger de investeringen gebeurden door Aquafin en de gemeenten, zijn er nu een heleboel spelers bijgekomen. Om te beginnen werd door het programmadecreet van december 2004 de gemeentelijke saneringsverplichting bij de drinkwatermaatschappijen gelegd. Om aan deze verplichting te kunnen voldoen, zijn diverse samenwerkingsvormen mogelijk. Het resultaat te velde is dat momenteel de aannemers opdrachten in rioleringsinfrastructuur kunnen krijgen van Aquafin, de steden en gemeenten zelf, VMW (Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening), TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij voor Watervoorziening), Interaqua (samenwerkingsverband in de provincie Limburg), Riobra (samenwerkingsverband in Vlaams-Brabant), Pidpa (Provinciale drinkwatermaatschappij voor de provincie Antwerpen),…
Van al deze marktspelers samen wordt verwacht dat zij tegen 2015 zeven tot twaalf miljard euro zouden investeren in waterzuivering om de Europese richtlijnen te halen. Dit bedrag varieert naargelang de manier waarop de ramingen gebeuren, maar een bedrag van minstens 7 tot 8 miljard euro lijkt realistisch te zijn.
Uiteraard is dit voor de bouwsector zeer goed nieuws. De realiteitszin gebiedt Bouwunie de beleidsmakers een duidelijk financieel kader te vragen waarbinnen deze investeringen correct kunnen gebeuren. Zo speelt Aquafin een belangrijke voortrekkersrol om gemeenten mee over de streep te krijgen om te investeren in rioleringen. Wanneer Aquafin bepaalde investeringen plant, zullen gemeenten gemakkelijker mee op de kar springen. Aquafin kan een aantal voorbereidende taken van hen overnemen zodat het voor de gemeenten administratief een stuk eenvoudiger wordt. Aquafin kan deze taak enkel blijven waarnemen als haar investeringsbudgetten voldoende hoog blijven.
Daarnaast moet de Vlaamse overheid voldoende budgetten vrijmaken voor de subsidiëring van de gemeenten die investeren in rioleringen. Gemeenten financieren hun rioleringsinvesteringen immers met gelden uit hun eigen begroting, bijdragen van hun inwoners (maximum 1 euro per m³ drinkwater) en subsidies van de Vlaamse overheid.
Opdat deze mooie vooruitzichten voor de bouwsector ook realiteit zouden worden, trekt Bouwunie nu alvast aan de alarmbel. Wanneer de investeringen er niet zouden komen, dreigt de tewerkstelling in de bouwsector binnen anderhalf jaar drastisch terug te vallen (na de gemeenteraadsverkiezingen dit najaar 2006 komt er traditioneel een zware terugval in gemeente-investeringen en de investeringen in de riolen zouden dit kunnen compenseren) en komen de zware Europese superboetes die Vlaanderen boven het hoofd hangen gevaarlijk dichtbij. Bovendien ligt er tussen de principiële beslissing om te investeren in rioleringen en de uiteindelijke uitvoering gemakkelijk een periode van twee jaar.
