64 Scholen, goed voor 940 leerlingen, namen deel aan de regionale voorronden op donderdag 14 april. Uiteindelijk werden 49 laureaten (score hoger dan 71%), waarvan 16 uit TSO, 24 uit BSO en 9 uit BuSo, geselecteerd voor de Vlaamse prijsuitreiking. Voor de meesten was het de eerste kennismaking met het professionele werkveld.
“Naast het klassieke schoolrapport is dit dé manier bij uitstek om zich te meten met de klasgenootjes én met schrijnwerkend Vlaanderen”, meent Willy Simoens, voorzitter van de Confederatie Bouw –Vlaamse Schrijnwerkers, de organisator van deze officieuze olympiade voor schrijnwerk.
Knelpuntberoep
Ondanks het succes van de wedstrijd, blijft het beroep van schrijnwerker een knelpunt. Dat komt omdat veel mensen nog steeds denken dat TSO en BSO minderwaardig zijn. “De situatie is stilaan nijpend”, waarschuwt de voorzitter. “Er is amper instroom vanuit het onderwijs, terwijl het beroep van schrijnwerker volgens de VDAB een kwalitatief knelpuntberoep is.”Met het initiatief wil de Confederatie de negatieve perceptie rond de opleiding dan ook wegwerken. “De Vlaamse Houtproef toont dat dergelijke richtingen niet moeten onderdoen. Hier mag en moet je ambitie en passie hebben. Dat is ook nodig om deze wedstrijd te winnen”, besluit Simoens.