Niet alleen duizenden Leuvenaars, maar ook het stadsbestuur kijkt al jaren hoofdschuddend naar het mistroostige Sint-Pietersziekenhuis. Het gebouw staat bekend als een echte stadskanker. Burgemeester Tobback stelde in zijn carrière zelfs al meermaals dat hij niet zou stoppen als burgervader vooraleer ‘de Gele Olifant’ - zoals het ziekenhuis in de volksmond wordt genoemd - ontmanteld is. Vandaag zette hij zélf als eerste de sloophamer tegen het ziekenhuis. Een symbolische daad, want de échte afbraakwerken, die meer dan een jaar in beslag zullen nemen, worden voorzichtig in verschillende fases voltrokken.
Eenmaal het ziekenhuis volledig asbestvrij is gemaakt, kunnen arbeiders overgaan tot de sloop van het gebouw. Ook die werken zullen een zestal maanden in beslag nemen, waardoor het hele sloopproces in de loop van 2020 voltooid moet zijn.
Ook voor schepen Devlies is de sloop van het ziekenhuis een hoogtepunt. De afbraakwerken kaderen in de sanering van de Hertogensite, één van de grootste binnenstedelijke projecten in Vlaanderen met een grootte van bijna 7 hectare ofwel 9 voetbalvelden groot. Nadat de Leuvense schepen van Ruimtelijke Ordening de voorbije jaren het masterplan en nadien het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) coördineerde, keurde de gemeenteraad het definitieve RUP in 2017 goed.
Het eigenlijke startschot van de Hertogensite klonk al in februari 2018 met de renovatie van Den Blauwen Oijvaert, een verloederde stadsbrouwerij en ververij in de Brusselsestraat naast het oude ziekenhuis. Dit startschot viel misschien iets minder op voor de Leuvenaars, maar de sloop van het Sint-Pietersziekenhuis zal ongetwijfeld wel in het oog springen als start van de herontwikkeling in de Benedenstad.
Podiumkunstenzaal
Het Leuvense stadsbestuur is in elk geval opgetogen dat de uiteindelijke sloop van het ‘langst leegstaande ziekenhuis in Vlaanderen’ eindelijk in gang is gezet.Opvallend: de plaats waar het Sint-Pietersziekenhuis momenteel nog staat, is meteen ook de locatie waar de veelbesproken podiumkunstenzaal ingepland staat.