Grondprijzen zijn echte motor van vastgoedmarkt
Naast te complexe vergunningsprocedures doen stijgende vereisten op het vlak van energie, luchtkwaliteit, waterhuishouding, gezonde bodem, brandveiligheid enz. de kosten toenemen. Hoewel heel wat van die investeringen op langere termijn kunnen worden terugverdiend dankzij bijv. een lagere energiefactuur, gaat het om vereisten die op korte termijn kostenverhogend werken. Maar wat is overwegend de motor van onze vastgoedmarkt? Volgens de Nationale Bank gaat het vooral om onze grondprijzen. Ook uit VCB-analyse blijkt dat de lokale woningprijzen mee worden bepaald door de beschikbare bouwgronden in een gemeente. Het zomaar schrappen van percelen kunnen daarom tot prijsschokken leiden. Om dat te vermijden, kunnen verdere beperkingen enkel worden opgelegd op hetzelfde ritme van verdichtingsprojecten. Maar die stagneren, die zijn duurder, tijdrovender en die vergen meer investeringen en inspanningen van lokale overheden die ook een betere leefomgeving dienen te voorzien aan de huidige en de toekomstige bewoners. Denk aan meer groen, betere waterhuishouding, sanering van gronden, laadpalen enz.Specialistenwerk
Steeds minder particulieren vragen een bouwvergunning aan. Terwijl dat twintig jaar geleden nog fifty-fifty was, zijn het vandaag vooral professionals. Intussen is dit het geval bij meer dan 7 op de 10 vergunningsaanvragen. Bouwen is steeds meer specialistenwerk. Gebruiksbeperkingen op schaarse gronden, administratieve rompslomp, technische complexiteit enz. vereisen expertise. Die professionalisering ligt in lijn van de vraag naar grotere projecten zoals appartementsgebouwen of kant en klare woonprojecten. Huishoudens wensen steeds vaker te worden ontzorgd bij de verwerving van een nieuwe woning. En investeerders wensen steeds vaker projecten die meteen verhuurbaar zijn. Heel wat investeerders zijn bovendien gezinnen die beleggen in een tweede woning. In Vlaanderen wordt de verhuurmarkt gedomineerd door huishoudens die investeren in een tweede woning. De huurmarkt is het grootst in onze steden en het aantal eigenaars ligt er het laagst. Een maatregel zoals een opkoopbescherming, leidt tot minder investeerders en bijgevolg minder aanbod. Met als gevolg dat de huurmarkt in onze steden verder onder druk komt te liggen.Bron: inzichten van de Nationale Bank in het Vlaams Parlement (pagina 19 en 21)