Gedeputeerde voor landbouw en platteland, Leentje Grillaert:
Anna Verhoeve (onderzoeker ILVO):
Veel vrijkomende hoeves
De voorbije twintig jaar was er bijna een halvering van het aantal actieve landbouwbedrijven in Oost-Vlaanderen, van 11 351 in 1998 naar 6 063 in 2018. Dat komt overeen met ongeveer 250 stoppende bedrijven per jaar. Het zijn niet alleen de kleine hoeves die hun landbouwfunctie verliezen, maar ook gebouwen groter dan 500m².In opdracht van de Provincie Oost-Vlaanderen bracht ILVO voor het eerst in kaart wat er met de vrijgekomen hoeves – zo’n 1.000 sinds 2008 – is gebeurd, en wat de uitdagingen zijn die zich bij elk type hergebruik stellen. ILVO sprak daarvoor met de betrokken ambtenaren van 16 gemeenten in de regio’s Meetjesland en Zuid-Oost-Vlaanderen.
Raadpleeg het volledige rapport van het ILVO.
Boerderij wordt villa met grote tuin
Uit het onderzoek blijkt dat landelijk wonen, al dan niet met het houden van hobbypaarden, het grootste deel (38,9%) inneemt van de vrijgekomen hoeves. Die villa’s nemen bovendien in toenemende mate omliggende landbouwgrond in voor de aanleg van grotere tuinen (‘vertuining’) en weides voor hobbydieren, vaak paarden vandaar de veelgebruikte term ‘verpaarding’. Op 8% van de onderzochte hoeves worden paarden gehouden, waarvan slechts 2,5% door professionele paardenfokkers.Beide fenomenen van residentialisering en verpaarding verhogen bovendien de grond- en pandprijzen in landbouwgebied, tot een niveau dat niet meer betaalbaar is voor landbouwers en zeker niet voor startende landbouwers. Hierdoor ontstaat een kloof tussen realiteit en stedenbouwkundige bestemming, tussen landbouwgebied op papier en landbouwgebied op het terrein.