De woelige economische context leidt tot een vastgoedmarkt in beweging. Kopers zijn voorzichtiger ten opzichte van voorgaande jaren. Vastgoedinvesteerders kiezen voor producten met een snel rendement, zijnde instapklaar of die op korte termijn opgeleverd worden en voldoen aan de laatste normen.
De woonbehoefte neemt bovendien niet af, integendeel. Mensen zijn massaal op zoek naar een instapklare woning en de huurmarkt draait op volle toeren. Een goede EPC-waarde is tegenwoordig een van de belangrijkste voorwaarden geworden voor kopers en potentiële huurders. Dat toont zich ook in de prijs. Panden met een A label worden gemiddeld voor €357.154,90 verkocht ten opzichte van een pand met een E label, dat voor €302.879,10 op de markt staat. Ondanks die lagere prijs is de interesse in niet-energetische woningen sterk gedaald. De vastgoedmarkt komt wel uit een serieuze hausse waardoor een vertraging van de markt voor dergelijke woningen niet meteen een slecht teken hoeft te zijn.
De huidige situatie, schrikt kopers onder de 30 jaar niet af. Hier zijn verschillende verklaringen voor. Enerzijds betreedt deze generatie voor het eerst de vastgoedmarkt waardoor ze de huidige situatie als normaal beschouwt. Anderzijds kan het besef meespelen dat als ze willen kopen, ze dit beter nu dan pas later kunnen doen. Deze groep krijgt ook meer dan ooit tevoren een ‘rugzakje’ mee van thuis om de aankoop van hun huis haalbaar te maken. Bovendien kunnen -30’ers op een langere termijn lenen en de betaling verder spreiden.
Ook de overheidsmaatregelen hebben een niet te onderschatten impact op de vastgoedmarkt. Een inmenging van de overheid gaat vaak ook gepaard met onduidelijkheid waardoor kopers een afwachtende houding innemen. Het recentste voorbeeld is de 6% BTW-regeling bij de aankoop van nieuwbouw, waarover continu nieuwe ballonetjes opgelaten worden. Dit creëert onzekerheid, waardoor kopers en verkopers afwachten.