Het Marie-Jansonplein dient op vele vlakken als een voorbeeld van hoe een publieke ruimte kan worden getransformeerd tot een inclusieve plek die aan de behoeften van alle gebruikers voldoet. Het plein illustreert slim hergebruik van materialen, de belangrijke rol van bomen, beperkte verkeerscirculatie en de creatie van parkeerplaatsen buiten de weg. Het ontwerp is tot stand gekomen via een participatief proces met omwonenden, wat leidde tot creatieve oplossingen voor de multifunctionele invulling van het plein.
Een gemeenschappelijke visie
De realiteit vandaag is dat ontwerpers en gemeenten bij nieuwe projecten in de openbare ruimte moeten jongleren tussen de verschillende bestaande aanbevelingen en documenten die onafhankelijk van elkaar door verschillende adminstraties opgesteld zijn. Het nieuwe Draaiboek Openbare Ruimte van het Brussels gewest schept klaarheid in dit kluwen.Het doel van de uitgebreide leidraad is om verder te gaan dan de huidige grenzen van deze opeenstapeling van normen, gidsen en vademecums. Om dit te bereiken, probeert het Handboek ze samen te vatten en te vereenvoudigen tot een duidelijke en coherente visie op de openbare ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De belangrijkste uitdaging van het handboek bestond erin alle belanghebbenden samen te brengen rond een visie op een wenselijke toekomst voor de openbare ruimte en deze in een reeks duidelijke ambities, aanbevelingen en planningsstrategieën te gieten.
De gewestelijke administratie Urban.brussels ontwierp het nieuwe Draaiboek samen met de tijdelijke vereniging ORG Urbanism & Architecture - Bureau Bas Smets' (ORG-BBS) en betrok ook de Brusselse gemeenten en verschillende andere partners zoals de Brusselse bouwmeester (BMA), Brussel Mobiliteit, Brussel Leefmilieu, de Brusselse brandweer, de MIVB, Brulocalis, Net Brussel, De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, equal.brussels, parking.brussels, perspective.brussels, L'architecture qui dégenre vzw, fietsvereniging Gracq en vzw CAWaB.
Zes hoofdstukken
Het resultaat is een Draaiboek Publieke Ruimte van 657 pagina's dat bestaat uit een inleiding en de zes hoofdstukken 'Ambities', 'Filters', 'Territoriale Visie', 'Ontwerpstrategieën', 'Toolbox' en 'Bestaande Typologieën'. Elke hoofdstuk heeft een specifieke doelstelling, die aangepast is aan de hedendaagse verwachtingen van een stad op mensenmaat. In elk hoofdstuk wordt er uitvoerig uitgelegd en geillustreerd hoe dat bereikt kan worden.- Het hoofdstuk Ambitie vertaalt de bestaande normen, regelgeving en strategische kaders naar een reeks ambities, en dit binnen vijf thema's: milieu, materialiteit, mobiliteit, identiteit en gebruik.
- Het hoofdstuk Filters biedt een overzicht van de diversiteit en rijkdom van de stedelijke situaties in Brussel. De verschillende filters reflecteren de specifieke uitdagingen waarmee bepaalde publieke ruimten geconfronteerd worden.
- Het hoofdstuk Territoriale Visie definieert en illustreert een territoriale visie voor de publieke ruimten. Deze visie suggereert een start-aanpak voor een herinrichtingsproject. Ze is onderverdeeld in zes afzonderlijke en exclusieve programma's: structurerende erfgoedas, groene verbinding, schoolomgeving, centraliteit, waterstad en lokaliteit.
- Het hoofdstuk Ontwerpstrategieën is gewijd aan de concrete ontwerpvoorstellen en aanbevelingen van het Draaibook. De ontwerpstrategieën zijn verdeeld in verschillende types op basis van breedte van de straat en op basis van soorten knooppunten.
- Het hoofdstuk "Toolbox" is gekoppeld aan het Ontwerpstrategieën-hoofdstuk en biedt transversale en thematische tools die zijn georganiseerd volgens de vijf thema's van het Ambities-hoofdstuk. De transversale tool beschijven een voorbeeldig of ideaal projectproces. De thematische tools omvatten enerzijds een roadmap en anderzijds concrete tekeningen die uitgaan van generieke situaties en zo de methode voor het implementeren van bepaalde oplossingen illustreren.
- Het hoofdstuk Bestaande Typologieën deelt publieke ruimten in volgens verschillende parameters, waardoor ze gegroepeerd kunnen worden in typologieën. Dankzij deze typologieën kunnen de specifieke kenmerken van de huidige inrichting van de publieke ruimte worden belicht.
Het Draaiboek Publieke Ruimte legt geen verplichtingen op, maar kan gebruikt worden als een leidraad voor de ontwerpstrategie die het meest geschikt is voor de herinrichting van de openbare ruimte. Op basis van de lokale situatie en behoeften kunnen ontwerpstrategieën dus aangepast en bijgestuurd worden. Uiteindelijk moet elk project afgestemd worden op de specifieke kenmerken en noden van een plek en haar gebruikers.
Het Draaiboek Publieke Ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is vanaf nu te raadplegen op de website van Urban.brussels en op het platform BruGIS.