Deze combinatie van factoren heeft echter een stuwend effect op de huizenprijzen, waardoor de betaalbaarheid verder onder druk komt te staan. Volgens ABN AMRO zal deze trend voorlopig aanhouden. In de nieuwste editie van de Woningmarktmonitor voorspelt de bank voor 2024 een prijsstijging van 8,9 procent. De prognose voor 2025 blijft onveranderd op een stijging van 7 procent, terwijl voor 2026 een afname van de groei naar 3 procent wordt verwacht.
Slechts bescheiden stijging aantal transacties in vooruitzicht
Doordat de huizenprijzen blijven stijgen, komen niet alleen starters, maar ook doorstromers steeds meer in beweging. Hierdoor blijft het aantal transacties vooralsnog toenemen, maar minder sterk dan in het voorgaande kwartaal. ABN AMRO verwacht zowel in 2025 (+2,5 procent) als 2026 (+1 procent) een lagere stijging dan vorig jaar. Naarmate de prijsniveaus licht blijven stijgen en er geen prijsdaling meer wordt verwacht, zal de huizenmarkt op termijn waarschijnlijk afkoelen. Deze ontwikkeling zal worden versterkt zodra ook de inkomensgroei weer begint af te zwakken. Een andere factor die meespeelt, is dat de nieuwbouw weer aantrekt, waardoor het woningaanbod uiteindelijk weer zal groeien. Gezien deze ontwikkelingen verwacht ABN AMRO dat de situatie op de huizenmarkt na verloop van tijd weer zal normaliseren.Voldoende woningen beschikbaar, behalve de juiste
Hoewel ABN AMRO aan de aanbodzijde van de huizenmarkt positieve signalen ziet, zal dit het woningtekort niet direct verkleinen. "De regering wil met marktpartijen afspraken maken over de bouw van nieuwe woningen. Zo is er geld vrijgemaakt om gemeenten te stimuleren sneller bouwprojecten op te leveren. Dat is een positieve stap die het vertrouwen van investeerders en projectontwikkelaars kan vergroten", zegt Mike Langen, econoom Woningmarkt van ABN AMRO. Volgens de bank zijn extra maatregelen echter noodzakelijk.In een aanvullende publicatie - die gelijktijdig met de Woningmarktmonitor verschijnt - stelt ABN AMRO vast dat het woningtekort niet door bevolkingsgroei, maar door demografische veranderingen wordt veroorzaakt. "Er zijn voldoende woningen in Nederland beschikbaar, maar het ontbreekt aan geschikte woningen. Zo neemt het aantal eenpersoonshuishoudens toe, terwijl we grote huizen blijven bouwen", benadrukt Langen. "De paradox is dat de woningvoorraad jaarlijks sneller groeit dan het aantal inwoners, maar het aan de juiste woningen ontbreekt. Het is aan de overheid om deze impasse te doorbreken. Bouwprojecten moeten niet het aanbodpatroon van de afgelopen twintig jaar volgen, zodat het aandeel kleinere woningen kan groeien. Ook de verkoop van vaak grotere huizen door de generatie babyboomers kan kansen bieden. Nu kleven er nog fiscale nadelen aan het verzilveren van de overwaarde voor de aankoop van een nieuwe woning, waardoor ouderen langer in hun huidige huis blijven wonen. Het is aan het kabinet zulke belemmeringen weg te nemen. Als de overheid daarnaast obstakels wegneemt die het splitsen van zulke huizen nog in de weg staan, kan zij een grote impuls aan het woningaanbod geven."