Vastgoed

Vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt zit in de lift

Vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt zit in de lift
De woonindex heeft voor het eerst in twee jaar de neutrale grens van 100 overschreden en staat nu op 104, zo blijkt uit het ING Woonbericht. Zowel onder huiseigenaren als starters is het vertrouwen sinds het eerste kwartaal van dit jaar toegenomen. Vooral het vertrouwen in de huizenprijzen, zoals de waarde van het eigen huis, is aanzienlijk gestegen. Tegelijkertijd maken mensen zich zorgen over de schaarste op de woningmarkt, en 68% van de ondervraagden vindt dat er snel meer huizen moeten worden gebouwd. De meeste respondenten hechten vooral belang aan de bouw van woningen voor starters, zoals thuiswonende kinderen die graag in hun eigen omgeving willen blijven wonen.

Vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt zit in de lift
In het onderzoek delen de respondenten hun mening over oplossingen voor de krapte op de woningmarkt. Meer dan twee derde van de huiseigenaren vindt dat er snel extra woningen moeten worden gebouwd. Zij zien verschillende opties om dit probleem aan te pakken. Het ombouwen van oude kantoorpanden, winkels en scholen wordt door de meerderheid als de beste oplossing gezien, met 91% die dit een goed idee vindt. Op de tweede plaats staat het uitbreiden van bestaande wijken met nieuwe straten aan de rand, wat door 88% van de respondenten wordt ondersteund. Ongeveer 60% vindt dat de wetgeving dit proces moet vergemakkelijken. Het optoppen van bestaande gebouwen, waarbij extra verdiepingen worden toegevoegd, wordt door 84% als derde beste oplossing genoemd. Ten slotte wordt het bijbouwen op open plekken binnen de bestaande bebouwing door 71% als een goede optie beschouwd.

Vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt zit in de lift

Populariteit van de oplossingen

De overgrote meerderheid van de ondervraagden is bereid om in een huis te wonen in een straatje dat wordt bijgebouwd (85%). Bij de andere oplossingen is dat ongeveer 7 op de 10. De bereidheid om in deze locaties te gaan wonen is bij iedere oplossing het grootst bij starters.

Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING Nederland: "Dat is logisch, want de behoefte is daar het grootst. Wat mij in deze uitkomsten opvalt is dat in alle uitgevraagde oplossingen blijkt dat thuiswonende jongeren en starters uit de omgeving, wat de respondenten betreft, het meeste recht hebben op deze woonruimte. Ondervraagden met (thuiswonende) kinderen zijn hier wat stelliger in dan respondenten zonder kinderen."


Bijna 6 op de 10 vindt dat de woningen gebouwd moeten worden voor de jongeren uit de buurt. Het draagvlak voor bouwen voor andere mensen uit de buurt of willekeurige derden is substantieel lager en komt voor die groep op 17% uit.

Variatie in de weerstand is opvallend

De meerderheid van de ondervraagden juicht bijbouwen toe, ongeacht de specifieke oplossing. Opvallend is de variatie in de weerstand. Die is het laagst bij het verbouwen van kantoorruimte en het straatje erbij. Dat zouden respectievelijk 10 tot 11% van de ondervraagden (zeer) vervelend vinden. Ook zouden zij direct protest aantekenen en zo nodig naar de rechter stappen. Bij optoppen loopt de weerstand op tot 15% en bij het volbouwen van stukjes groen zelfs tot 20%. Flikweert: "De steun voor een project lijkt samen te hangen met de impact die het op de huidige bewoners heeft."

Vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt zit in de lift

Open plekken bebouwen minst favoriet

Bijna de helft van de ondervraagden zou bijbouwen op open plekken in de buurt vervelend vinden. Dit zou volgens hen ten koste gaan van de leefbaarheid, terwijl de ondervraagden juist waarde hechten aan de natuur in de buurt. Als wordt gekozen voor bijbouwen op open plekken, zou één op de vijf ondervraagden overwegen om direct protest in te dienen en zo nodig naar de rechter stappen. De meerderheid (57%) is van mening dat open plekken in hun omgeving onmisbaar zijn voor de leefbaarheid.

"Mensen realiseren zich dat we allemaal linksom of rechtsom moeten inleveren als we de krapte op de woningmarkt willen aanpakken. Waar je botsende belangen ziet, is vooral wanneer het gaat om het bebouwen van open plekken. Denk aan het voetbalveldje naast de deur waar de buurtkinderen zo leuk spelen, dat is straks geen open plek meer. En dat schuurt", aldus Flikweert.