De Vlaming - die steevast naar alternatieven voor het verlieslatende spaarboekje blijft zoeken - ziet steeds meer potentieel in de Duitse vastgoedmarkt. Vorig jaar spendeerde de Vlaamse investeerder bijna 11 miljoen euro aan investeringsvastgoed in Duitsland. Dat bedrag ligt meer dan dubbel zo hoog als een jaar eerder. Bovendien zijn dat nog alleen de transacties waar de marktleider, Rendimmo, zicht op heeft. De Duitse autoriteiten houden namelijk geen cijfers bij over de nationaliteit van de kopers. In werkelijkheid gaat het dus wellicht nog om enkele miljoenen euro’s meer.
Specifiek gaat het vooral over de regio’s vlak over de grens: Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts. Die kennen immers een buitenproportioneel grote huurmarkt: meer dan 60 procent van de inwoners huurt er een woonst. Een percentage dat nog een stuk hoger ligt dan het - reeds hoge - Duitse landelijke gemiddelde van 55 procent. Interessant detail: in Europa wordt alleen in Zwitserland nog meer gehuurd (65%).
Nieuwbouw blijft achter
Het hoge huurderspercentage in Duitsland valt bovendien samen met een te traag groeiend aanbod aan huizen en appartementen.De bestaande huizen en appartementen blijven dan ook behouden en worden massaal gerenoveerd. Zo kopen projectontwikkelaars grote, oude appartementsblokken op om ze volledig op te frissen. Die renovaties krijgen namelijk wél ondersteuning van de politiek: eigenaars mogen hun huurprijzen na renovatie - wettelijk toegelaten - met 15 à 20 procent doen stijgen.
Opgelet voor malafide praktijken
Gevolg: het Rijnland lokt massaal de aandacht van de vastgoedinvesteerders in binnen- en buitenland, die het potentieel van het Duitse ‘betongoud’ steeds meer opmerken. Als eigenaar-verhuurders zijn ze immers zeker dat ze nooit zonder huurder zullen zitten en ze kunnen relatief hoge huurprijzen vragen. Maar die populariteit zet ook de deur open voor misbruik, waarschuwt Rendimmo.Zo was er onlangs het ontluisterende verhaal over de West-Vlaamse vastgoedmaatschappij die verloederde Duitse appartementen had verkocht aan meer dan 100 Vlamingen, met de valse belofte dat ze die zouden renoveren. Met andere woorden: al de gedupeerden hadden tussen de 50.000 en de 100.000 euro betaald voor een waardeloos ‘krot’. Bovendien gebeurde het via erfpachtconstructies, waarbij je als koper enkel eigenaar van het pand wordt, niet van de grond.
De belangrijkste zaken om na te kijken bij zo’n bezoek: de staat van het dak, de buitenmuren en de centrale verwarming. Want dat zijn de structurele elementen van het gebouw, die bijgevolg onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar vallen.