In samenwerking met ERA, de grootste makelaarsgroep van België, onderzoekt de Universiteit Antwerpen de Vlaamse residentiële vastgoedmarkt van de voorbije 18 jaar. Het gaat om een prijsindex die rekening houdt met onder meer de grootte, afwerking en ligging van de verkochte woningen. Daardoor geven de cijfers de prijsevolutie van gelijkaardige woningen weer en worden er dus geen appelen met peren vergeleken.
Het is de eerste keer dat officiële cijfers aantonen dat onze vastgoedmarkt stabiliseert. Het afgelopen jaar blijkt het kantelpunt. De gemiddelde prijsstijging van residentiële woningen over heel 2022 bedraagt weliswaar nog 6,1% en 4,8% bij appartementen. Maar die stijging is vooral te danken aan de eerste helft van het jaar. Waar de groei bij woonhuizen van het vierde kwartaal van 2021 naar het tweede kwartaal van 2022 nog 3,6% bedraagt, is vanaf het tweede semester een duidelijke vertraging van die groei te zien. Zo is de stijging van het tweede kwartaal van 2022 naar het vierde slechts 0,5%. Ook bij de appartementen was de prijsstijging vooral in de eerste twee kwartalen.
Lager dan inflatie
Sinds het begin van de metingen is het verschil tussen de prijsstijging van woningen en de inflatie nog nooit zo groot geweest. De gemiddelde jaarinflatie bedroeg in 2022 9,6%, wat een stuk hoger ligt dan de gemiddelde prijsstijging van woningen en appartementen in 2022.In de eerste jaarhelft van 2022 ging een woning al na gemiddeld 85 dagen van de hand. Vanaf het derde kwartaal van 2022 zien we dat woningen al gauw 5 dagen langer te koop stonden. Het hoogtepunt is het vierde kwartaal, waarin woningen gemiddeld 91 dagen te koop staan. Dat is maar liefst 12% langer dan in het tweede kwartaal van 2022, toen het gemiddeld 81 dagen was.
Lage EPC
In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, toont de ERA Barometer aan dat de woningmarkt niet in twee snelheden beweegt. Sterker nog: de relatie tussen EPC en verkoopprijzen in 2022 is helemaal niet uitzonderlijk in vergelijking met het gemiddelde sinds 2016. Wel is er een significante meerwaarde van een woning die (erg) energiezuinig is (EPC-waardes A en B) in vergelijking met woningen die op dat vlak minder goed presteren (EPC-waardes C en D). Zo kreeg wie in 2022 een woning met een EPC label A verkocht, een 17,9% hogere prijs dan wie een gelijkaardige woning met label D te koop aanbood.Story image
In 2022 gaf een verbetering van de EPC-score met 100 in het algemeen een stijging in de verkoopprijs van 2,9%. Dit is hetzelfde gemiddelde effect als in de periode van 2016-2022.Investeren in energie-efficiëntie
Dat het EPC ook de komende jaar doorslaggevend blijft in de prijsonderhandelingen hoeft niet te verbazen. Door de renovatieverplichting in Vlaanderen moet wie vanaf 1 januari 2023 een woning met een EPC-label E of F koopt, die woning binnen een periode van vijf jaar energiezuiniger maken. Concreet moet je binnen de vijf jaar een EPC-attest met het zuinigere EPC-label D kunnen voorleggen, zo niet riskeer je sancties tussen de 500 en de 200.000 euro, terwijl de verplichting blijft lopen. Vanaf 2040 moet de shift naar energiezuinige woningen bovendien zo goed als afgerond zijn. En dat zal ook meer dan ooit zijn invloed hebben op de markt. Kustappartementen blijven goed verkopen
Met een prijsstijging van 11% tegenover 2020 was 2021 nog een boerenjaar voor kustappartementen. Zo’n hausse op de prijzen van kustvastgoed is in 2022 daarentegen niet aan de orde. Het vastgoed aan onze Belgische kust blijft wel populair. Zo stegen de woningprijzen aan de kust in 2022 met gemiddeld 6,4% - wat nog altijd net iets meer is dan het nationale gemiddelde.Centrumsteden
Tot slot toont de ERA Barometer aan dat woningen buiten de centrumsteden nog steeds sneller in waarde stijgen dan voor corona (2020). Bekeken over de laatste 5 jaar (2018-2022) blijven de woningprijzen in Leuven hoger dan andere centrumsteden. Zo betaalde je voor een woning in het Leuvense 6% meer dan een gelijkaardige woning in Antwerpen. Voor de goedkoopste woningen in een centrumstad moet je nog steeds in Genk, Roeselare en Kortrijk zijn. Voor een woning in Leuven betaal je zo maar liefst 69% meer dan voor een gelijkaardige woning in Genk.Gent en Oostende daarentegen zijn de enige twee centrumsteden die hun ‘prijsachterstand’ tegenover Leuven zagen krimpen. Met andere woorden: de twee steden blijven goedkoper, maar zagen hun prijzen wel sneller groeien.