De gasramp van 30 juli 2004 in Ghislenghien maakte duidelijk dat er in België nood is aan een databank met de juiste ligging van nutsleidingen. Deze moet iedereen die graafwerken uitvoert, duidelijke, correcte en volledige informatie geven van àlle kabels en leidingen die op de graafplaats in de grond steken. Het gaat om de ontwikkeling van één elektronische databank die eenvoudig te raadplegen is (ook op de werf) en geen administratieve rompslomp veroorzaakt. De kans op graafschade, met spijtig genoeg soms catastrofale en altijd hinderlijke gevolgen, zal dan serieus verminderen. Deze atlas vraagt evenwel nog heel wat tijd en serieuze investeringen, maar ondertussen wordt er – gelukkig maar – niet op de lauweren gerust. Het Vlaamse KLIP (Kabel- en leidinginformatieportaal) en het federale KLIM (Kabel- en Leidingen Informatie Meldpunt) zijn operationeel en sinds het voorjaar geïntegreerd. Wie graafwerken wil uitvoeren, moet (verplicht vanaf 1 september, zowel voor partuclieren als professionelen !) naar de website van KLIP of KLIM surfen en met één muisklik alle liggingsplannen krijgen van de kabel- en leidingbeheerders die al meewerken en die op de graafplaats kabels of leidingen in de grond hebben. Het verlost de aannemer van heel wat zoekwerk (welke nustmaatschappijen zouden daar een kabel of leiding hebben ?) en een administratieve papierwinkel om al deze plannen zelf bij alle nutsmaatschappijen afzonderlijk op te vragen. Het verlost hem wel nog niet van het bestuderen van de decimetersdikke stapel plannen om na te gaan waar de kabels en leidingen gelegen zijn. Deze informatie is bovendien niet altijd volledig. Vaak ontbreken de huisaansluitingen en staan “verlaten leidingen” er niet op (d.i. leidingen die niet meer gebruikt worden en voor verwarring zorgen aangezien de aannemer ze wel tegenkomt wanneer hij begint te graven).
Deze stappen zijn nodig om tot een echte atlas van de ondergrond te komen:
- Informatie Model Kabels en Leidingen (IMKL) moet beschikbaar zijn
Deze randvoorwaarde is ondertussen vervuld. Het AGIV heeft in overleg met alle betrokkenen een IMKL opgesteld. Hiermee werd een gemeenschappelijk begrippenkader opgebouwd over kabels en leidingen en een uniforme voorstellingswijze afgesproken. Voordien had elke kabel- en leidingbeheerder een eigen informaticasysteem, een eigen manier van registratie op de plannen, eigen legendes, eigen elektronische files, softwarepakketten, … Dankzij het IMKL weten de kabel- en leidingbeheerders welke informatie noodzakelijk is om digitaal uit te wisselen. Afspraken en normen moeten ervoor zorgen dat de invulling van de ligging van alle kabels en leidingen op een gestandaardiseerde en uniforme manier gebeuren. - Koppeling aan het Grootschalig Referentie Bestand (GRB)
Deze informatie moet gekoppeld worden aan een gedetailleerde geografische basiskaart, het GRB (de kaart waarop de invulling van de kabels en leidingen moet gebeuren) dat eveneens door het AGIV wordt gerealiseerd. - Alle informatie moet beschikbaar zijn in digitale en vectoriële vorm
Voor het gros van de ongeveer 500.000 kilometer kabels en leidingen is dit vandaag nog niet het geval.
Bouwunie vraagt ook een oplossing voor werken die op erg korte termijn starten. Volgens het KLIP-decreet moet de planaanvraag gebeuren tussen de veertigste en twintigste werkdag vóór de aanvang van de werken. Dit is niet altijd mogelijk omdat de tijd tussen de toekenning van de werken en de startdatum soms veel korter is.
Tot slot wijst Bouwunie erop dat het digitaal toesturen van plannen door sommige nutsmaatschappijen probelamtisch kan zijn voor de aannemers. Het afdrukken van liggingsplannen kan meestal niet op een doorsnee printer en vraagt serieuze investeringen van de aannemers, in informatica-infrastuctuur en mensen. Kosten die niet vergoed worden. Zolang de atlas van de ondergrond er nog niet is, en er dus geen volledige uniformiteit is, moeten de kabel- en leidingbeheerders hun liggingsplannen op de normale manier aan de aannemers bezorgen. Dit is ook zo voorzien in het decreet.
Links:
- www.klip.be
- www.klim-cicc-be